Weetjes voor de Baasjes:
Met de koude wintermaanden voor de deur is het handig om te weten bij welke temperaturen je hond best zo veel mogelijk binnenblijft. Een overzicht!
Als het buiten ijskoud is, doen we een extra dikke (winter)jas aan. Honden kunnen niet zomaar een extra laag aantrekken, dus is het belangrijk om te weten bij welke temperaturen ze geen risico lopen. The Pet Health Club deelt op TikTok een handig filmpje met de temperaturen die mogelijk een risico kunnen vormen voor honden.
- 15 tot 10 graden: weinig tot geen risico
- 7 graden: geen risico voor grote honden, laag risico voor kleine en middelgrote honden
- 4 graden: laag risico voor groten honden, “mogelijk onveilig” voor kleine en middelgrote honden
- 1 tot -1 graad: mogelijk onveilig voor grote, middelgrote en kleine honden.
- -4 graden: hoog risico voor kleine en middelgrote honden. “Potentieel levensbedreigend, vooral voor kleinere rassen. En het risico is groter als het nat is”, klinkt het.
- -6 graden: ernstig risico voor kleine honden, zeer hoog risico voor middelgrote honden en mogelijk onveilig voor grote honden.
- -9 graden: ernstig risico voor kleine honden, zeer hoog risico voor middelgrote en grote honden.
- Lager dan -9 graden: blijf zo vaak mogelijk binnen met je hond, tenzij het echt nodig is. “Hou dan korte toiletpauzes, vooral voor kleine en dunharige honden”, aldus het advies.
Castratie van de reu en of teef:
De gevolgen voor gezondheid en gedrag:
klik hier beneden om te lezen:
Castratie van de reu – Doggo.nl (klik)
Castratie van de teef - Doggo.nl (klik)
Vragen die je kan stellen bij het zoeken naar een juiste hond:
Wat je hond beter niet eet
Je bent wat je eet’: een gezegde dat geldt voor de mens, maar evengoed voor je hond. Een goede, gezonde voeding is noodzakelijk. Honden verouderen sneller dan mensen, dus ook het verouderingsproces - met alle bijkomende kwaaltjes - treedt sneller in werking. Daarom is het belangrijk om je hond zo goed mogelijk te beschermen, door deze te voorzien van een gebalanceerde en gezonde voeding. Of je nu een puppy hebt boordevol energie, of reeds een oudere hond die je zo gezond en sterk mogelijk wil houden; het is bewezen dat voeding een van de belangrijkste invloeden is op de gezondheid van elke hond.
Net zoals mensen hebben honden gezond voedsel nodig om sterk en gezond te blijven. Honden kunnen overleven op voedsel dat niet goed voor hen is, maar het juiste hondenvoedsel brengt een gigantisch verschil teweeg bij de gezondheid van honden. Daarom is het goed steeds de ingrediënten op de verpakking van het hondenvoer te lezen. Net zoals bij onze voedingswaren, bepaalt het eerste ingrediënt in de rij voor een groot deel het voedsel.
Welke ingrediënten kan je beter mijden?
Wanneer je ‘maïs’, ‘soja’ of ‘tarwe’ leest als eerste ingrediënt op je zak hondenvoer, is dat een eerste teken om te veranderen van voeding. Wanneer je hond een zwakke maag lijkt te hebben, of andere problemen heeft met eten of problemen, kan het zijn dat die ingrediënten aan de basis van de problemen liggen.
Vele honden hebben (niet-vastgestelde) allergieën voor het voedsel dat ze eten, en je kan een groot verschil bij je hond opmerken indien je zijn voeding aanpast.
Hieronder een lijstje met zeker te mijden zaken:
- Chocolade en cafeïne: Deze producten bevatten theobromine en cafeïne, stoffen die giftig zijn voor honden. Ze kunnen symptomen veroorzaken zoals hartkloppingen, trillen, braken, diarree en in ernstige gevallen kunnen ze leiden tot een hartaanval.
- Uien en knoflook: Deze groenten (en de hele Allium-familie) bevatten stoffen die schadelijk kunnen zijn voor honden, wat kan leiden tot anemie (laag aantal rode bloedcellen). Dit kan zich uiten in symptomen zoals zwakte, snelle ademhaling en donkere urine.
- Zoetstoffen: Xylitol is een kunstmatige zoetstof die vaak voorkomt in suikervrij voedsel en snoep, en is zeer giftig voor honden. Het kan een plotselinge daling van de bloedsuikerspiegel veroorzaken (hypoglykemie), wat kan leiden tot symptomen zoals lethargie, verlies van coördinatie en aanvallen.
- Druiven en rozijnen: Het is niet precies bekend waarom, maar druiven en rozijnen kunnen nierfalen veroorzaken bij honden.
- Avocado: Deze vrucht bevat persine, een fungicide dat toxisch kan zijn voor honden. Hoewel sommige honden avocado kunnen eten zonder ziek te worden, is het het beste om het te vermijden vanwege het risico.
- Rauw deeg: Rauw brooddeeg kan uitzetten in de maag van uw hond, wat kan leiden tot ernstige maagproblemen. Bovendien kan het gist in het deeg alcohol produceren, wat kan leiden tot alcoholvergiftiging.
- Alcohol en tabak: Deze zijn duidelijk schadelijk en kunnen leiden tot verschillende gezondheidsproblemen bij honden, waaronder schade aan het zenuwstelsel en de lever.
- Macadamianoten: Deze noten zijn giftig voor honden en kunnen symptomen zoals zwakte, oververhitting, braken, beven, depressie, en in sommige gevallen een gevaarlijk hoge hartslag veroorzaken.
- Rauwe vis en vlees: Rauwe vis en vlees kunnen bacteriën bevatten die schadelijk zijn voor honden. Sommige soorten rauwe vis kunnen ook enzymen bevatten die de opname van vitamine B verstoren, wat kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen.
Welke ingrediënten zijn wel goed voor je hond?
De belangrijkste voedingsstoffen voor honden zijn proteïnen, of eiwitten. Daarbij zijn dierlijke proteïnen beter dan plantaardige.
Vele voedselbedrijven vervangen bij het maken van hondenvoer vleesproteïnen door maïs, tarwe, gluten. Dit is zeer nefast voor de hond: het veroorzaakt zeer vaak allergieën. Wanneer je hondenvoer te veel granen bevat, is deze dus niet voedzaam voor je hond.
Bewaarmiddelen: welke zijn nefast?
Een ander belangrijk punt om op te letten zijn bewaarmiddelen. Deze kunnen slecht zijn voor de hond, zeker de bewaarmiddelen BHT, Ethoxyquin of BHA. Deze kunnen de hond op lange termijn schaden. Beter zijn bewaarmiddelen op basis van natuurlijke bronnen, zoals vitaminen.
een hond is huis halen? lees eerst deze tips
Denk twee keer na voor je huisdier neemt. Je moet er goed en lang voor kunnen zorgen. Die boodschap willen we deze zomer mee ondersteunen. Daarom komt Sebastien Tonneus van het dierenasiel Tienen bij Radio2 Spits tips geven voor een langdurige relatie tussen hond en baasje.
© canva
Te vaak halen mensen een hond in huis zonder er goed over na te denken. Zeker tijdens de coronapandemie kozen veel mensen voor een hond als gezel. Maar uiteindelijk blijkt de hond toch niet zo goed in hun normale leven te passen.
“We zien in ons asiel heel veel dieren tussen één en twee jaar oud. Die zijn duidelijk tijdens de coronapandemie in huis gehaald en nu worden ze bij ons gedumpt”, zegt Sebastien Tonneus van Dierenasiel Tienen.
Alles begint bij zelfkennis
Wil je een hond als huisdier? Dan ben je maar beter goed voorbereid. Want zo’n schattige viervoeter vraagt niet alleen aandacht, maar ook verzorging en geld. Voor je een hond in huis neemt kan je jezelf best volgende vragen stellen:
Wat is praktisch haalbaar?
Hoeveel tijd kan ik dagelijks spenderen aan mijn hond? Kan ik lange wandelingen gaan maken, veel spelletjes spelen of net veel knuffelen? “Elke hond heeft zijn eigen noden dus het is belangrijk dat die noden bij jouw levensstijl passen”, aldus Sebastien.
Wat is financieel haalbaar?
Een huisdier kost geld. Reken gemiddeld op zo’n 85 euro kosten per maand. “En dan rekenen we nog geen mogelijke medische kosten die ook snel kunnen oplopen wanneer je hond gezondheidsproblemen heeft. Ook die moet je willen en kunnen betalen.”
Ben ik klaar voor het engagement?
Een hond neem je voor het leven. “Ben je bereid om de komende 10 tot 20 jaar voor het dier te zorgen? Is je leefomgeving stabiel genoeg om een dier in huis te nemen?”
Daarnaast moet je ook bereid zijn om te werken aan de goede band. “Honden tonen soms een paar maanden na adoptie bepaald gedrag omdat ze zich nog niet thuis voelen. Dat kan soms even schrikken zijn en bijsturing vragen. Je moet bereid zijn die moeite te doen, ook wanneer het even minder vlot loopt.”
dieren zijn geen wegwerpproducten maar helaas zitten de asielen vol. kom dus zeker eens bij ons kijken wanneer je een hond zoekt
Vertrouw op een asiel of een goede kweker
Eens je de beslissing hebt gemaakt om een hond in huis te halen is er vaak geen houden meer aan. Maar toch is het belangrijk om samen met het asiel of de kweker op zoek te gaan naar de hond die bij jou past. Een overzicht van de asielen en erkende kwekers kan je hier vinden.
“Wij doen altijd een intakegesprek om de baasjes goed te leren kennen. We kijken dan of die eigenschappen passen bij één van de dieren die in het asiel zit. Dan volgt er een eerste kennismaking met het dier.”
Je krijgt de hond dus zeker niet meteen mee naar huis. “We hebben liefst verschillende afspraken zodat hond en baasje beter aan elkaar kunnen wennen. Wij kennen onze dieren goed en kunnen dus goed inschatten of het een succesvolle match zal worden.”
Wil je meer lezen over wat een hond nodig heeft, kijk dan op de website Huisdierinfo van Dierenwelzijn Vlaanderen.
Opgepast voor teken
Lekker de natuur in of aan de slag in de tuin? Pas dan goed op! Met de oplopende temperatuur neemt de kans op een tekenbeet toe.
Het is belangrijk om jezelf, je gezin en je huisdier goed te controleren na een dagje in de natuur.
HET GRASAREN SEIZOEN IS GEOPEND!
HET GEVAAR VAN BLOEIEND GRAS VOOR UW DIER.
Elk jaar groeit er weer hoog gras in de natuurgebieden waar we onze honden uitlaten. Dit wilde gras heeft voor honden soms een groot nadeel; dit gras bevat 'grasaren'.
Grasaren hebben een scherpe punt aan de voorkant en aan de achterkant kleine weerhaakjes. Hierdoor kunnen ze zich aan de vacht van de hond vasthechten.
De meeste grasaren komen tussen de tenen terecht. Ook komen de zaadjes dikwijls in het oor terecht en kunnen daar een pittige oorontsteking veroorzaken. Of de zaadjes kunnen via het oog achter de oogbol terechtkomen en daar een ernstige ontsteking teweeg brengen.
WANNEER MOET U OPLETTEND ZIJN OP EEN GRASAAR?
- Als uw hond veel op een bepaalde plek (bijv. tussen de tenen) likt en daar een klein gaatje zichtbaar is.
- Als uw hond na een wandeling ineens sterk met zijn kop loopt te schudden, of daarbij soms zelfs pijn aan geeft. Dan kan er een grasaar in een oor zitten.
- Als uw hond na een wandeling veel last heeft van een oog en daar met de poot in wil wrijven.
HOE VOORKOMT U PROBLEMEN DOOR EEN GRASAAR?
De problemen door een grasaar zijn nooit geheel te voorkomen.
Het enige advies dat we kunnen geven is om uw hond na elke wandeling in het 'grasaar-seizoen' (normaal vanaf half juni tot eind augustus, maar dit jaar zagen we de grasaren al half mei!) bij thuiskomst goed te controleren op de voornaamste 'gevoelige' plekken: tussen de tenen, in de oren en rond de ogen. Bel uw dierenarts bij twijfel en laat uw dier controleren want als de grasaren eenmaal dieper het lichaam binnendringen, zijn ze soms moeilijk terug te vinden!
Dit is de reden waarom jouw hond je naar het toilet volgt - het betekent meer dan je denkt.
Hoe geweldig zou het zijn om dezelfde vaardigheden te hebben als Dr. Dolittle en in staat zijn te begrijpen wat dieren willen, voelen en denken? Dan zou je bijvoorbeeld kunnen begrijpen waarom honden als een gek beginnen te blaffen als ze een stofzuiger horen.
Toch doet geen enkel dier zomaar iets. Achter elk gedrag dat een hond vertoont, zit een diepere betekenis.
1. De hond volgt je naar het toilet...
Dat een hond met je meegaat naar het toilet is een goed teken. De viervoeter laat op deze manier zijn betrokkenheid zien. Volgens dierenartsen is het het natuurlijke instinct van een hond om alles met zijn gezin te doen.
2. Constant oogcontact...
In een aflevering van het Amerikaanse televisieprogramma 60 Minutes interviewde presentator Anderson Cooper een bekende hondenexpert, Brian Hare. Hier bespraken ze hoe honden hun liefde voor dieren en vooral mensen uiten. Volgens Hare ‘knuffelen’ honden met hun ogen, terwijl ze je die speciale hartverwarmende blik geven. Hoe meer oogcontact je met je viervoeter hebt, hoe meer oxytocine wordt vrijgegeven, een knuffelhormoon dat ook moeders helpt om relaties op te bouwen met hun pasgeboren kinderen.
3. Als je hond cadeautjes meeneemt...
Heeft jouw hond ooit zomaar een cadeautje meegenomen? Er is een goede reden voor! Een hond pronkt graag met zijn vaardigheden en wil dus laten zien hoe goed hij in staat is om je een klein cadeautje te geven. Maar zelfs als de hond je een geschenk geeft, is het zeer waarschijnlijk dat hij je alleen geschenken zal brengen die hij leuk vindt. Helaas geen nieuw koffiezetapparaat, maar wel veel stokken, ballen en anders speelgoed. Op deze manier kunnen jullie samen spelen… honden zijn niet op hun achterhoofd gevallen!
4. Als de hond het bed overneemt...
Waarom gaat een hond met veel plezier uitgebreid op bed liggen? Dit komt omdat de hond graag tijd doorbrengt met andere leden van zijn roedel. In dit geval, zijn geliefde baasje.
5. Als de hond op je voeten gaat liggen...
Een hond die op je voeten ligt, kan dit om verschillende redenen doen, het kan zijn dat ze ergens bang voor zijn of je juist willen beschermen.
6. Wanneer de hond met de poten in de lucht ligt...
Dit is een teken dat het zich concentreert. Een hond doet dit wanneer hij een goed idee heeft bedacht.
7. Als een hond gaapt...
anneer een hond geeuwt, doet hij dit waarschijnlijk om dezelfde redenen als wij dat doen. Het kan zijn dat de hond moe of verveeld is, of dat je net zelf hebt gegeeuwd (die geeuw is aanstekend, niet alleen voor mensen maar ook voor je hond!).
8. Wanneer de hond je bank (of andere dingen) vernietigt ...
Ben je ooit thuisgekomen en je hond had dingen gebroken of een ‘ongelukje’ had begaan? Dit komt waarschijnlijk omdat de hond lijdt aan verlatingsangst en er een hekel heeft aan heeft om langere tijd van jou te zijn gescheiden. Puppy’s doen dit meestal vaker, omdat ze er nog niet aan gewend zijn geraakt om van je gescheiden te worden. Het destructieve gedrag van honden is dus niet te wijten aan verveling, het is gewoon een teken dat ze je missen.
9. Als de hond tegen je been leunt ...
Als uw hond tegen je been leunt, moet dit worden aangemoedigd. De viervoeter vraagt om liefde en geruststelling. De hond zoekt je aandacht, dus zorg ervoor dat je hem onvoorwaardelijke liefde en attentie geeft.
10. Als de hond zich oprolt
Als een hond zich oprolt, denkt hij dat hij onzichtbaar is. Het is een overlevingsinstinct dat honden hebben, en het wordt meestal gezien bij verwaarloosde honden. Wees kalm, vriendelijk en geduldig met uw hond en geef hem veel liefde.
11. Wanneer de hond naar je staart…
Als je hond naar je staart, is dat omdat hij van je houdt en je vertrouwt.
De ziekte van Lyme:
De ziekte van Lyme is een ernstige aandoening die zowel bij mens als dier voor komt. Het kan schade veroorzaken aan het hart, de nieren en de gewrichten indien het onbehandeld blijft. Deze ziekte komt in vrijwel elk land voor.
Oorzaak:De ziekte van Lyme wordt overgedragen via een tekenbeet van de Ixodes teek. De teek voedt zich door bloed op te zuigen van een dier. Voedt het zich echter op een geïnfecteerd dier, zal de teek besmet geraken. Op deze manier kan de teek de bacterie overdragen naar andere dieren. Deze bacterie wordt de Borrelia Burgdorferi genoemd.
De teek moet zich echter minimum 24 uur voeden om de bacterie te kunnen overdragen. Het is dus heel belangrijk dat een teek vroeg verwijderd wordt om de kans op besmetting te voorkomen.
Welke symptomen treden op?De gewrichten van de hond gaan ontsteken waardoor hij pijn heeft en mank gaat lopen. Andere symptomen zijn gezwollen lymfeklieren, verlies van eetlust en koorts. Ook uitdroging kan voorkomen en de nieren kunnen aangetast zijn.
Bij de mens zien we een rode plek rondom de beet, wat een zeer duidelijk teken is van deze ziekte. Bij de hond zien we dit echter niet.
Diagnose;De dierenarts zal eerst informeren naar de medische voorgeschiedenis van de hond en vervolgens naar de symptomen. De symptomen komen namelijk voor bij verschillende ziekten waardoor het moeilijk wordt om een diagnose te stellen.
Als alle symptomen plots verschijnen is dit echter een grote aanwijzing voor de ziekte van Lyme. Bovendien kan de ziekte bevestigd worden door het uitvoeren van een bloedonderzoek.
Eventueel kunnen ook röntgenfoto’s gemaakt worden om er zeker van te zijn dat de ziekte de oorzaak is van de gewrichtsproblemen.
Behandeling:De ziekte van Lyme moet zo snel mogelijk behandeld worden om blijvende schade aan de gewrichten te voorkomen.
De dierenarts zal antibiotica voorschrijven die minstens een maand ingenomen moet worden. Ook zal hij medicatie geven tegen de pijn.
Na een paar dagen zal de hond zich al beter voelen.
Preventie:Controleer je hond altijd op teken. Merk je een teek op? Verwijder het dan zo snel mogelijk met een teken pincet. Zorg er voor dat alles verwijderd is en dat er zeker niks in het lichaam achterblijft.
Een kwispelende hond :
We associëren dat met een blije hond. Maar kwispelen is niet altijd positief, het kan verschillende betekenissen hebben: blijheid, onrust, angst of zelfs agressie. Als het kwispelen verkeerd wordt begrepen, kan dit leiden tot ongelukken.
De staart van de hond heeft meerdere functies, waarbij de één belangrijker is dan de andere. Ten eerste dient de hondenstaart als roer, en zorgt ervoor dat de hond tijdens snelle bewegingen of onverwachte wendingen in balans blijft. Ook gebruikt de hond zijn staart om zijn stemming weer te geven.
De staart is slechts een onderdeel van de hond, kijk ook naar zijn lichaamstaal, positie van het hoofd, oren, ogen, en de nekharen. Dit alles zal u helpen begrijpen wat uw hond probeert uit te drukken.
Daarom enkele voorbeelden van kwispelen ter verduidelijking:
- Snel en wijd kwispelen waarbij het hele achterlijf mee beweegt: De hond is speels en blij om je te zien.
- Lichtjes kwispelen: Neutrale begroeting
- Traag kwispelen met laaghangende staart: De hond is onzeker en angstig
- Laag kwispelen met de oren naar achteren: Begroeting van een hond die hoger staat in rang
- Kwispelen met verstijfd lichaam: De hond is agressief, bijvoorbeeld omdat iemand zijn territorium betreedt.
Hond kwispelt rechts naar het baasje, links naar een vreemde Honden kwispelen met hun staart naar rechts als zij hun baasje zien en naar links als zij bijvoorbeeld een vreemde hond ontmoeten. Dat blijkt uit een videoanalyse van kwispelende honden door Italiaanse neurobiologen onder leiding van Giorgio Vallortigara van de Universiteit van Triëst.
Het links of rechts kwispelen is volgens de onderzoekers een weerspiegeling van de emotionele toestand van de hond. De voorkeur voor links of rechts vindt zijn oorsprong in een verschil in functie van beide hersenhelften.
De onderzoekers testten dertig honden (15 reuen en 15 teefjes van verschillende rassen). De dieren werden in een hokje geplaatst, waarbij ze van bovenaf gefilmd werden. De onderzoekers schoven vervolgens een luikje open waardoor de hond een minuut lang werd geconfronteerd met zijn baasje, een onbekende persoon, een onbekende dominante hond of een kat.
Beeldje voor beeldje bestudeerden de onderzoekers vervolgens de video-opnamen van het kwispelgedrag. Bij het zien van het baasje hadden de honden een duidelijke voorkeur voor rechts kwispelen en bij het zien van een vreemde persoon voor links. In dat laatste geval was het kwispelen ook iets minder enthousiast.
Volgens de onderzoekers kwispelen honden rechts naar stimuli die zij willen benaderen en links naar stimuli die zij liever uit de weg willen gaan. Dit gegeven kan een handig hulpmiddel zijn voor hondenpsychologen, zij het dat de kwispelvoorkeur niet zo op het oog is te zien, omdat honden doorgaans te veel bewegen.
Hondentraining:
Wat is hondentraining nu eigenlijk? Waarom hondentraining?
Met hondentraining of het opvoeden van je hond oefenen we een bepaald, bestaand gedrag en verbinden we dat met een bepaald, door ons gekozen, comando.
Daarmee bedoelen we dat, behalve als je hele gekke dingen van je hond verwacht, je hond over het algemeen al kan wat je van hem verwacht: hij kan zitten, liggen, apporteren, bij je komen, blijven zitten, enz. Hij weet alleen nog niet wanneer wij dat nu juist van hem verwachten en welk comando we daarvoor gebruiken. Dat moeten we onze hond gaan aanleren.
Wat we proberen te bereiken met hondentraining is dat de hond juist begrijpt welk gedrag we verwachten en dat herhaalt, elke keer als wij het comando geven. Dit kan je bereiken door je hond elke keer te belonen wanneer hij juist gedrag vertoont. Dat is het principe van hondentraining.
Waarom hondentraining?
Voor de meeste mensen is het kopen van een hond een spannende aangelegenheid. Er zal het nodige veranderen in het dagelijks leven. Er is tenslotte een extra huisgenoot waar we rekening mee moeten houden. Een hond houdt van vaste uitlaattijden, wil graag op tijd zijn eten en wil vooral graag bij de baas zijn. Wij verwachten van een hond dat hij zich netjes gedraagt, vriendelijk is naar mensen en andere honden en dat hij ook af en toe alleen kan zijn. Dit alles is prima aan te leren, via hondentraining, maar het gaat niet vanzelf. Door je hond te trainen leer je elkaar goed kennen. Dit geldt voor zowel een puppy als een oudere hond. Bovendien is het een heerlijke manier om samen bezig te zijn. Enkele uurtjes per week is genoeg. Je zal er veel plezier aan beleven.
Gebruik nooit straf bij de hondentraining
Met roepen, duwen, trekken aan de riem, of slaan verwar je je hond alleen maar. Hij wordt nerveus, zal het vertrouwen in zijn baasje verliezen en zal steeds minder gemotiveerd raken om dingen aan te leren. Hij zal niet begrijpen waarom zijn baasje zo druk doet en boos is en wat hij verkeerd doet. Zo wordt de hondentraining een strafkamp waar hij alleen maar uit zal proberen te ontsnappen. Op deze manier zullen we maar heel weinig bereiken. Ook dwing je op deze manier geen respect af en plaats je jezelf ook niet hoger in de hierarchie. Je hond weet al lang dat jij de baas bent.
Met beloning bereik je je doel veel eerder
In tegenstelling tot straf, bereik je met belonen veel meer. Elke keer als je je hond beloont versterk je het gedrag dat hij net heeft laten zien, en zal hij dat steeds vaker gaan herhalen. De timing is wel belangrijk. Je relatie met je hond wordt steeds sterker en je hond wil graag met je samenwerken en leren om nog meer hondenlekkernijen en aaien over zijn bol te krijgen elke keer als hij iets goed doet.
Timing is van fundamenteel belang voor een succesvolle hondentraining
Het is erg belangrijk dat je hond begrijpt wat hij goed doet. Om dat aan te geven is het moment (de timing) van beloning geven van fundamenteel belang. Je moet de beloning direct na het juiste gedrag te geven. Als je iets te lang wacht bestaat de kans dat je hond de beloning relateert aan wat hij net na het gewenste gedrag heeft gedaan. Als we niet vanaf het begin het juiste gedrag belonen kunnen we (zonder dat we het zelf door hebben) niet gewenst gedrag versterken. En het is veel moeilijker om eenmaal aangeleerd gedrag te corrigeren.
Wat is een goede beloning?
Het is erg makkelijk en eenvoudig om je hond goed te belonen. Er zijn vier basismethoden:
Knuffels en aaien
- Op een enthousiaste toon toespreken
- Spelletjes
- Eten (snoepjes of kauwsnacks)
Hondentraining is: Werken, herhalen en veel geduld hebben
Er bestaan geen wondermiddelen. Welke hondentrainingsmethode je ook kiest, je zult er wel iets voor moeten doen. Je zult regelmatig moeten training, veel moeten herhalen en geduld hebben.
Doe de hondentraining in het begin op een rustige plek, zodat je hond niet te veel afleiding heeft.
De sessie dienen kort te zijn. In het begin niet meer dan 3-5 minuten verscheidene keren per dag. Probeer in ieder geval geen lange trainingssessies te houden.
Wees alert en beloon elke keer gewenst gedrag. Vanaf het moment dat je hond het verband tussen een bepaald gedrag en een commando heeft gelegd moet je dat vele malen oefenen en herhalen totdat het definitief aangeleerd is.
Pas wanneer je hond een oefening definitief heeft aangeleerd kan je beetje bij beetje het belonen afbouwen.
Hoe kan je zien of je hond ziek is ?
In principe kunnen we zeggen dat honden speels en energiek zijn. Dat ze een glanzende vacht, een goede eetlust en een normaal gewicht hebben. En ook hun staart zal niet snel stoppen met wapperen.
Dus zou denken dat je gewoon je gezond verstand moet gebruiken om te weten of je hond ziek is of niet. Welnu: Dat klopt voor een stuk, maar toch niet helemaal.
Een hond die ziek is, is meestal een kei in het verstoppen van zijn ziekte. Dit komt van vroeger en zit in hun genen. Ziek waren ze immers een makkelijke prooi voor andere roofdieren.
Dit wil zeggen dat je meestal goed je best moet doen om de beginnende symptomen te zien. Daarom is het handig als je precies weet hoe je hond normaal reageert en wat zijn normale karakter is. Op die manier kan je perfect tegen je dierenarts vertellen wat er juist verandert is.
Hieronder bespreken we de meest voorkomende symptomen.
*Je hond eet minder:
Het meest voorkomende symptoom van een zieke hond is zijn verlies van eetlust. Zorg ervoor dat als je meerder honden hebt, dat iedere hond zijn eigen kom heeft. Geef je hond ook altijd op de zelfde tijdstippen te eten. Zo weet je of hij alles netjes op eet of niet. Je merkt immers niet direct wanneer je hond gewicht verliest.
*Je hond is verzwakt:
Wanneer je hond extreem verzwakt lijkt of als hij niet gewoon gaat zitten, maar echt naar beneden valt. Of wanneer je hond problemen heeft met zijn evenwicht, dan zijn dat tekenen dat je hond ziek is en hulp nodig heeft. Zeker wanneer als hij geen interesse meer heeft in spelletjes of een rondje lopen.
Wanneer je hond normaal op alles reageert wat beweegt en nu plots geen interesse meer heeft in de deurbel of de kat van de buren, dan weet je dat er iets mis is.
*Je hond verliest gewicht:
Het is simpel. Als je op een keer merkt dat je de ribben van je hond zo kan zien (of zelfs tellen), dan is het hoog tijd om naar de dierenarts te gaan.
*Je hond heeft veel dorst en drinkt opeens veel
Drinkt je hond echt extreem veel water? Meer dan wat je van hem gewoon bent? Dan kan dit een voorteken zijn van een nierprobleem of diabetes en haast je dus naar de dierenarts.
*Je hond slaapt veel:
Honden slapen tussen de 12 en 16 uren per dag, maar dat hangt af van het karakter en het ras. Als hij meer slaapt dan normaal, veronderstel dan niet direct dat dat gewoon door de leeftijd komt. Meer slapen dan normaal is meestal een teken van een sluimerende ziekte.
*Je hond moet overgeven:
Tenzij je hond gras heeft gegeten of wanneer er een speeltje fout zat is overgeven een belangrijk symptoom van ziekte. Maar panikeer niet te snel. Als je hond een keer in de week over moet geven, hoeft dat niet erg te zijn. Zoals we allemaal weten slikken ze nog al eens de verkeerde dingen in. Dus ga ook na of hij goed eet en of zijn bewegingen nog alert zijn. Dus als het overgeven gepaard gaat met een van de andere symptomen, dan is het tijd om op te treden.
*Je hond hoest:
Als je hond moet hoesten, ga dan naar de dierenarts. Hoesten wordt gezien als een serieus probleem en kan een voorbode zijn van verschillende ziekten.
Broodfokpuppy’s, welke gevolgen kan deze slechte start hebben op het leven van deze honden?
Hebben eigenaren van broodfokpuppy’s vaker te maken met gedragsproblemen bij hun hond dan eigenaren van puppy’s die afkomstig zijn van een goede fokker? (linken staan bij de gekleurde vakken)
De broodfokindustrie, er is al veel over gezegd en geschreven. De vaak erbarmelijke omstandigheden waar de moederhonden in leven en de puppy’s hun eerste weken doorbrengen, zorgen voor grote zorgen over het welzijn van deze honden. Dit artikel gaat niet in op deze omstandigheden, maar gaat over de gevolgen die het geboren worden in dit soort omstandigheden heeft op het leven van de puppy’s.
Er zijn verschillende factoren die de ontwikkeling van de pup naar volwassen hond beïnvloeden. Hieronder worden een aantal van deze factoren besproken.
Invloed tijdens de dracht
Een moederhond die tijdens de dracht veel stress ervaart, kan dit overbrengen op haar pups. Een studie uit 1998 (Braadstad et al) heeft reeds aangetoond dat de hormonen die vrijkomen door stress bij de moederhond, grote invloed hebben op de ontwikkeling van de ongeboren pups. Pups die in de baarmoeder reeds zijn blootgesteld aan hoge stresslevels, blijken in hun latere leven vaak reactiever te zijn. Moederhonden in de broodfokindustrie ervaren in het algemeen meer stress dan moederhonden die liefdevol verzorgd worden in huiselijke kring.
Invloed tijdens de periode bij de moederhond
Pups die hun eerste weken bij de moederhond in de broodfokindustrie doorbrengen, worden ook tijdens deze eerste periode blootgesteld aan de stress van de moederhond. Een moederhond die in erbarmelijke omstandigheden verkeert, kan mogelijk minder goede moederlijke zorg bieden dan een moederhond die zich prettig en comfortabel voelt. Uit onderzoek is gebleken dat pups die opgroeien bij een moederhond die goede zorg biedt in het algemeen sociaal vaardiger worden, meer weerbaar en minder snel agressie inzetten dan pups die verzorgd worden door een moederhond die minder goede zorg kan bieden. (Scott en fuller, 1965; Serpell en Jagoe, 1995). Bovendien geeft een angstige moederhond als het ware het verkeerde voorbeeld, ze laat de pups zien dat je angstig moet zijn van bijvoorbeeld mensen of menselijke handelingen.
Invloed door handelen van de fokker
Wanneer de eerste ervaringen van de pups met menselijk handelen liefdevol en zachtaardig zijn hebben de pups grotere kans om zich comfortabel te voelen in de aanwezigheid van mensen, dan wanneer de eerste ervaringen snel en ondoordacht zijn, en alleen maar gericht zijn op functionaliteit. Ook wanneer tijdens de eerste weken bij de fokker alle menselijk contact ontbreekt, hebben de pups in hun latere leven meer moeite een vertrouwensband aan te gaan met mensen. (Scott en Fuller, 1965; Freedman, 1961), omdat ze dat nog helemaal niet gewend zijn. Juist in de cruciale socialisatiefase bij een pup, die begint vanaf dat de pup drie weken oud is, is het belangrijk dat een pup goede ervaringen met onder andere mensen op kan doen.
Slechte hygiënische omstandigheden bij de broodfokker
Vaak worden de honden bij broodfokkers gehouden in kleine, vieze hokken. Soms krijgt de moederhond onvoldoende eten en ontbreekt het aan de juiste hygiëne om ziektes buiten de deur te houden. Door deze omstandigheden kan niet alleen de moederhond mogelijk minder goed zorgen voor haar pups, de pups zelf komen vaak ook bij hun nieuwe eigenaren met al ziekten onder de leden. Naast de gevolgen die dit kan hebben voor hun lichamelijke ontwikkeling, kan dit ook invloed hebben op hun geestelijke ontwikkeling. Pups die op jonge leeftijd al allerlei, voor hen beangstigende, medische behandelingen moeten ondergaan kunnen hun vertrouwen in de dierenarts, onbekende mensen of mensen in het algemeen eerder verliezen. Bovendien kunnen de vieze omstandigheden ertoe leiden dat broodfokpups meer moeite hebben om zindelijk te worden. De eerste periode leefden ze als het ware in de ontlasting en urine, en hebben ze niet geleerd dit op een andere plaats te doen dan waar ze moesten verblijven, simpelweg omdat er geen andere ruimte was.
Jacqueline: “Mijn pup Roosje (Keeshondje x Chihuahua) weigert haar behoefte in de tuin te doen, zodra ik haar op het gras zet, bevriest ze en staat ze te trillen van angst. Ze plast en poept alleen maar binnen, ook in haar benche.”
Te vroege scheiding van de moederhond
Pups die te vroeg gescheiden worden van hun moeder kunnen meer moeite hebben om in hun latere leven hechte relaties te vormen. De hechtingsstijlen die kunnen worden onderscheiden bij mensen volgens de Amerikaanse psycholoog Mary Ainsworth (veilige hechting en verschillende vormen van onveilige hechting) kunnen ook bij honden worden onderkend. Het voert te ver om hier in dit artikel dieper op in te gaan, maar je kunt je voorstellen dat pups die te vroeg bij de moederhond worden weggehaald, hiervan hinder kunnen ondervinden bij het aangaan van een vertrouwensband met een andere hond of mens. Hun vertrouwen is namelijk al helemaal in het begin van hun leven beschadigd. Te vroege scheiding kan problemen zoals verlatingsangst in de hand werken. Omdat pups die te vroeg bij hun moederhond weggehaald worden, te afhankelijk kunnen worden van hun ‘redder’. Of omdat ze gewoon angstig zijn om weer achtergelaten te worden.
Gevolgen door het transport
Broodfokpups worden vaak in slechte omstandigheden vervoerd van de broodfokker naar de handelaar. Vervoer in rammelende kooien, te dicht op elkaar, kan veel stress veroorzaken waardoor deze honden bijvoorbeeld angst ontwikkelen om opgesloten te worden, of met de auto te reizen.
Gevolgen op langere termijn
Je kunt je voorstellen dat broodfokpups ook op latere leeftijd hinder ondervinden van hun moeilijke start.
Pups uit de broodfokindustrie beginnen vaak al met een achterstand aan hun leven bij hun nieuwe eigenaren. Problemen die gemiddeld genomen vaker voorkomen bij broodfokpups dan bij pups die bij goede fokkers geboren worden zijn:
- Verlatingsangst en hechtingsproblemen.
- Zindelijkheidsproblemen.
- Reactiviteit/hyperactiviteit.
- Angsten. Hieronder wordt op dit punt nader ingegaan.
- Agressie-problemen. Bijvoorbeeld angst-agressie die het gevolg is van de angsten genoemd bij het vorige punt.
Angsten
Pups uit de broodfokindustrie missen in de eerste cruciale periode vaak een belangrijk stuk in hun socialisatie. Pups die bijvoorbeeld gehouden worden in een schuur en hun hok niet uitkomen totdat ze op transport gezet worden, hebben helemaal nog geen ervaringen opgedaan met zaken die zich buiten hun hok kunnen voordoen. Je kunt hierbij aan van alles en nog wat denken. Als eerste natuurlijk menselijk contact, maar ook geluiden (huiselijke geluiden, verkeer, andere dieren, enzovoorts) en andere zintuigelijke gevoelens (verschillende ondergronden om op te lopen, weersomstandigheden, geuren, enzovoorts).
Els: “Ik heb sinds kort een puppy uit Rusland. Ze is enorm bang als we naar buiten gaan, ze raakt al in paniek zodra ik de voordeur open doe. Ook reageert ze angstig op geluiden zoals bijvoorbeeld van de stofzuiger, de deurbel of als iemand plotseling binnen komt. Dan duikt ze meteen weg.”
Een goede socialisatie begint al bij de fokker en pups die hiervan tijdens de eerste cruciale fase niets hebben meegekregen lopen een achterstand op. Wanneer de eerste ervaringen met mensen dan ook negatief zijn (hardhandig in een box gedaan om op transport gezet te worden bijvoorbeeld), kun je je voorstellen dat deze pups met een grote achterstand bij hun nieuwe eigenaar terecht komen.
Is dit omkeerbaar?
Liefdevolle zorg en bewust omgaan met pups uit de broodfokindustrie kan voor pups helpend zijn om zich te redden in de mensenmaatschappij. Toch blijft het soms lastig voor dit soort honden en ondervinden zij ook op latere leeftijd nog de gevolgen van hun slechte start.
Afhankelijk van de stressgevoeligheid van de pup (onder andere ontstaan tijdens de periode in de baarmoeder), de grote van de achterstand, de mate van het opdoen van negatieve ervaringen in die periode en de kennis die de nieuwe hondeneigenaar heeft over hoe om te gaan met dit soort pups, blijven er gevolgen zichtbaar gedurende het hele verdere leven van de pup.
Voor mensen die (per ongeluk) een pup van een broodfokker hebben aangeschaft is het raadzaam zich te laten begeleiden door een geschoolde hondentrainer of gedragstherapeut om de achterstand van de pup zo goed mogelijk weg te werken en ook op andere manieren (aanpassingen in het dagelijks leven) ervoor te zorgen dat het leven van deze pups zo aangenaam mogelijk kan worden.
Vijf makkelijke manieren om je hond te tonen dat jij de baas bent:
Heb je thuis problemen wat het gezag betreft? Ik bedoel, denkt je hond dat hij jouw baas is? In je pogingen om een sterkere band met je hond te smeden heb je hem misschien per ongeluk verteld dat hij de leider van de roedel is. Hier zijn enkele eenvoudige maar efficiënte manieren om dat te corrigeren.
Het is belangrijk om te weten hoe een roedelmentaliteit werkt. Honden worden geboren in roedels – in het wild zijn roedels de essentiële sociale orde. In tegenstelling tot mensen, die een scala aan politieke procedures gebruiken om leiderschap en rangschikking te bepalen, bevestigen honden hun sociale orde door dominantie en kracht. In een wolvensamenleving is er een baas, een duidelijke leider die het dominante alfamannetje is. Hij is de Grote Hond, die het hoofd aan de eettafel inneemt (of dat zou doen als wolven een eettafel zouden hebben), de eerste om een vrouwtje te kiezen en de eerste om beslissingen te maken voor de roedel.
Of je het nu beseft of niet, je hond beschouwt je huishouden als zijn persoonlijke roedel. De roedelmentaliteit staat zo diep in de psyche van je hond gegraveerd dat hij je ofwel als een leider ofwel als een volgeling zal zien – afhankelijk van je acties. Als je een goedgetrainde hond wil, moet je ervoor zorgen dat je je leiderspositie veilig stelt en hem duidelijk maakt dat hij de volger is. Je hond moet weten dat jij het alfamannetje bent, het hoofd van de bende, de Grote Hond – noem het zoals je wil, zolang je hond maar weet dat jij aan de macht bent.
Honden zijn op een bepaalde manier zoals kleine kinderen – ze hebben liever dat iemand anders de leider speelt. Ze willen regels en wetgevingen omdat het hun eigen rol in de roedel makkelijk en verstaanbaar maakt. Het is eng om de leider te zijn – maar als jij het niet doet, zou je hond de rol wel eens op zich kunnen nemen – omdat iemand nu eenmaal de leiding moet hebben!
Als dat gebeurd is in jouw huis, moet je je positie als de leider van de roedel weer innemen. Een belangrijke opmerking hier is dat de leider zijn niets te maken heeft met hard straffen. Het heeft alles te maken met volharden en grenzen stellen.
Een eenvoudige regel om te onthouden (maar waarmee veel mensen moeite hebben) is dat jij de leider bent, en niet je hond.
1. Ga als eerste door de deur: Zelfs iets eenvoudigs als wie er als eerste door de deur wandelt kan je positie als de “dominante hond” opnieuw herstellen. Leiders leiden. Volgelingen volgen. Als je je hond toelaat om voor jou door de deur uit te gaan, aanziet hij dat als teken dat hij dominant is over jou. Leg je hond aan de leiband en zorg ervoor dat je als eerste door de deur gaat.
2. Eet voor je hond: Wie wordt er als eerste gevoed in huis – jij of je hond? In een wolvenroedel eet de leider als eerste. Pas wanneer hij klaar is, mag de rest aanschuiven. Voer je jouw hond eerst omdat hij anders bedelt terwijl je staat te koken en het gewoonweg makkelijker is om hem rustig en uit je buurt te hebben terwijl je eet?
Eten is een machtig hulpmiddel om duidelijk te demonstreren wie de leider van de bende is in jouw huis. Ik wil hiermee op geen enkele manier suggereren dat je je hond voedsel moet weerhouden – dat is een wrede en ongebruikelijke straf, eender op welke manier je het bekijkt. Wat ik suggereer is dat jij de timing van het voederen bepaalt – jij moet als eerste eten en dan pas de hond, nadat jij klaar bent met je maaltijd.
3. Wandel niet om de hond heen: Ligt je hond op de vloer en verwacht hij dat jij om hem heen wandelt? In het wild liggen dominante honden waar ze maar willen, en honden die lager staan in de sociale orde lopen om hem heen om de baas niet te storen. Als jij om je hond heen wandelt, kan hij vermoeden dat dit een daad van onderwerping is aan jou; daarom moet hij wel de leider zijn en niet jij.
Als je hond in het midden van de traphal ligt, of recht voor je makkelijke stoel, moet je hem doen bewegen. Als hij op de zetel ligt en jij wil gaan zitten, laat je hem opschuiven. Stap niet over hem heen. Por hem zachtjes en zorg dat hij uit je weg gaat. Jij bent De Grote Hond, weet je nog?
4. Jij bepaalt wanneer je hond aandacht krijgt: Zelfs vragen om aandacht of affectie kan bekeken worden als een daad van dominantie in het standpunt van je hond. Honden die aandacht eisen oefenen in feite dominantie uit. Als je hond opdringerig wordt, moet je hem dan ook negeren. Wanneer je klaar bent om hem aandacht te geven, te aaien of met hem te spelen, vraag je hem eerst om te gaan zitten.
Loop hem niet achterna om hem te aaien. Laat hem naar jou komen wanneer jij klaar bent om met hem te spelen. En als je met een speeltje speelt, zorg ervoor dat jij op het einde van het spel het speeltje in jouw bezit hebt. Stop het speelgoedje ook weg wanneer je klaar bent met spelen. (Ik heb het hier niet over zijn favoriete speeltjes die je in zijn mand laat. Ik heb het over speelgoedjes die jullie gebruiken voor spelletjes).
5. Laat je hond niet in je bed slapen: Dit is een moeilijke regel voor heel wat mensen. Maar wanneer je jouw bed deelt met je hond zal hij je in het beste geval als een gelijke beschouwen. Hij moet een eigen bed hebben, of een mand of doos waarin hij zich comfortabel voelt. Je kan zijn mandje naast je bed zetten als jullie je daar beiden gelukkiger bij voelen, maar laat hem in geen geval jouw slaapplek overnemen. Voor je het weet, zal hij proberen om jou op de vloer te doen slapen.
Nogmaals, je hond opnieuw leren dat jij het hoofd van de bende bent, heeft absoluut niets te maken met strenge tucht. Met deze kleine aanpassingen kan je de manier waarop je hond naar je kijkt veranderen. Zelfs kleine veranderingen kunnen een enorme impact hebben op de sociale hiërarchie in je huis – en dat allemaal zonder dat er één hard woord is gevallen!
Een oproep aan toekomstige ouders van puppy's!!
Op elke Facebook groep zoeken mensen al maanden pups en het stopt niet...!
De vraag stijgt...
Voor sommigen geen tijd om op je pup te wachten...
En dan lees je steeds meer berichten zoals:
9 weken - ik slaap niet hij huilt...
10 weken - nog steeds plassen in het appartement...
12 weken - hij bijt ons - beschadigt meubels etc etc...
Wat is er mis? Heb je niet nagedacht over de inzet van een puppy
De pups zijn schattig - daar gaat het niet om, maar er zijn ook beperkingen om aan te denken:
De pups geven werk.
De pups zijn vermoeiend.
De pups moeten om de 2 uur naar buiten om meer te zien voor het leren van de behoeften.
De pups moeten wennen aan het nieuwe huis.
De pups moeten nog alles leren.
De pups hebben jullie nodig, wees gerust.
En dan zodra je de puppy fase hebt voltooid, komt de puberteit eraan.
Het wordt weer een stuk vermoeiender - want hij gaat zijn plaats willen innemen en je testen en het zal tot zijn 3 jaar duren soms steeds de regels van het onderwijs hervatten
Vergeet niet, de hond zal er altijd zijn als jullie allemaal terug op vakantie willen en als jullie telewerk klaar is.
Hij wil oud worden met jou, deel uitmaken van je familie en bij jou wonen.
Hij kan en wil niet 10 uur alleen zijn in de dag, opgesloten zitten in een kooi...!!!!
En dat is precies wat zoveel mensen natuurlijk niet beseffen.
Honden zijn levende wezens !
Zij hebben behoeften waaraan voldaan moet worden en die tijd, geld en persoonlijke investeringen vergen!
Zeker de moeite waard, maar je moet je er ook van bewust zijn
Denk daarom na!! ️
het mag geen dwangmatige aankoop zijn zoals een snuisteraar of een meubelstuk!
Een hondenleven duurt tot 15 jaar (min of meer)
TEKEN vervelende beestjes !!
Teken zijn uitwendige parasieten die zich vastbijten aan de huid van dieren (en mensen!) om bloed te zuigen. Ze zijn vooral gevaarlijk omdat ze ziektes kunnen overbrengen, zoals bijvoorbeeld de ziekte van Lyme.
Hoe herkent u het?
De teken die je kan vinden op je hond variëren sterk in grootte, van bruine ‘speldeknopjes’ tot blauwgrijze ‘erwten’. Meestal ziet u ze duidelijk zitten. Soms ziet u een lichte zwelling en wat roodheid rond de teek. Teken kunnen ziekten overbrengen op uw hond, die in ernstige gevallen kunnen leiden tot koorts, sloomheid, verlies van eetlust en opgezwollen en pijnlijke ledematen.
Teken leven het grootste deel van hun leven in de natuur, vooral in hoog gras en aan de bosrand. Best controleert u de hond op aanwezigheid van teken na iedere wandeling. En er bestaat ook een teek die vooral in nesten van egels leeft. Indien uw hond graag de tuin ingaat, controleer hem dan ook regelmatig. Teken hechten zich voornamelijk vast op minder behaarde delen van het lichaam zoals dijen, oren, buik en snuit.
Hoe kunt u het behandelen?
Tijdens het tekenseizoen kunt u best uw hond regelmatig behandelen met een middel dat teken snel doodt, zodat de kans op overdracht van ziektes zo klein mogelijk is. Ziet u een teek zitten, verwijder deze dan voorzichtig en zo snel mogelijk met een tekentang of pincet. Er bestaan verschillende manieren om uw dier te behandelen tegen teken, waaronder pipetten, tabletten, halsbanden, etc. Uw dierenarts kan u hier zeker raad geven.
In welke periode van het jaar komen teken het meest voor?
De teken in ons land zijn actief bij een temperatuur hoger dan 8°C en bij een relatief hoge luchtvochtigheid. Dit wil zeggen dat we 2 echte ‘tekenpieken’ zien:
- maart - april - mei
Tegen welke ziektes kan mijn hond ingeënt worden?
Canine distemper / hondenziekte:
Canine distemper, ook bekend als ‘hondenziekte’ is een zeer besmettelijke virusziekte van honden die over de hele wereld voorkomt. Het wordt overgebracht door middel van besmette neus-, of ooguitvloeiing, besmette ontlasting, urine of speeksel.
Symptomen hondenziekte:
Koorts, neus- en ooguitvloeiing, geen eetlust. Hierna kan braken en diarree optreden, de hond kan gaan hoesten of benauwd worden en zenuwverschijnselen vertonen. Soms zijn alleen zenuwverschijnselen zichtbaar, zonder voorafgaande ziektegeschiedenis. Ook kan verharding van de voetzolen en de neusspiegel optreden.
Deze ziekte kent vaak een dodelijk verloop. Pups van 3 tot 6 maanden zijn het gevoeligst maar volwassen dieren kunnen ook Canine Distemper krijgen.
Parvo:
Het parvovirus is ontdekt in 1978. Dit ontzettend besmettelijke virus wordt overgebracht door contact met ontlasting van besmette dieren. Het is een behoorlijk resistent virus en het kan tot zelfs enkele maanden overleven in de omgeving. Doberman Pinschers, Rottweilers, Pitbulls en Labrador Retrievers zijn mogelijk gevoeliger dan andere rassen.
Symptomen parvo:
Het verloop van de ziekte wordt bepaald door de hoeveelheid en het ziekteverwekkend vermogen van het virus en de weerstand van de hond. De eerste symptomen worden meestal 5-12 dagen na infectie vertoond. De meest gebruikelijke symptomen zijn erg braken en erge diarree, het laatste met of zonder bloedbijmenging. Deze symptomen gaan vaak gepaard met gebrek aan eetlust, koorts en sloomheid. Parvo komt het meest voor bij jonge honden maar kan op elke leeftijd voorkomen.
Honden die direct intensieve ondersteunende therapie krijgen kunnen de ziekte overleven. In jonge honden en gevallen waarbij complicaties en secundaire infecties optreden kan de ziekte een minder gunstig verloop hebben, de hond kan zelfs overlijden.
Rabiës / hondsdolheid:
Deze ziekte is beter bekend als ‘hondsdolheid’ en wordt overgebracht door de beet van een geïnfecteerd dier. Vleermuizen, wasberen en vossen vormen het reservoir voor deze ongeneeslijke ziekte.
Symptomen hondsdoelheid:
Het kan 1 week tot 8 maanden duren voor een besmet dier de kenmerkende symptomen vertoont. Het dier kan slomer worden of juist erg agressief, veel speeksel produceren en moeite met slikken krijgen. Ook vertonen dieren met rabiës vaak neurologische verschijnselen zoals dronkemansgang en verlammingsverschijnselen. Als eenmaal deze neurologische verschijnselen opgetreden zijn overlijdt het dier meestal binnen 7 dagen.
De ziekte van Weill:
Een andere naam voor deze ziekte is Leptospirose. Het wordt overgebracht via urine van zogeheten gastdieren. Dit zijn meestal ratten die niet ziek worden van Leptospira maar deze ziekte wel verspreiden door met hun urine bijvoorbeeld water, grond en voedsel te besmetten.
Symptomen ziekte van Weil:
De ziekte kan zonder duidelijke verschijnselen verlopen maar ook zorgen voor gebrek aan eetlust, sloomheid, koorts, braken en diarree, snelle hartslag en snelle ademhaling en (punt)bloedingen.
Doordat het organisme zich voornamelijk vermeerdert in de nieren en de lever kan chronische nier- en/of leverziekte ontstaan. Leptospirosis kan ook de dood van de hond tot gevolg hebben.
Kennelhoest:
Kennelhoest is een hoogst besmettelijke, acute ziekte van de voorste luchtwegen die door één of meer ziekteverwekkers veroorzaakt wordt. Deze ziekteverwekkers zijn: het Paraïnfluenza virus, het Canine Adenovirus type 2 en de bacterie Bordetella Bronchiseptica. Andere, secundaire ziekteverwekkers kunnen de ziekte verder compliceren.
Deze ziekte heeft de naam kennelhoest gekregen doordat honden die de ziekte krijgen vaak recent in een pension of vergelijkbare instelling zijn geweest.
Symptomen kennelhoest:
Bijna altijd treedt als eerste een flinke, niet productieve hoest op die vaak verergert na inspanning of door druk op de hals door bijvoorbeeld de halsband. Kokhalzen en neusuitvloeiing kunnen ook voorkomen. Honden met kennelhoest zijn meestal niet algemeen ziek, alhoewel koorts wel kan voorkomen.
Bij jonge pups, honden met verminderde weerstand, honden met bestaande luchtwegproblemen komen de meeste complicaties voor zoals longontsteking of verergering van de bestaande problemen.
Infectieuze Canine Hepatitis;
Dit is een wereldwijd verspreide, voor honden besmettelijke leverziekte en wordt overgebracht door besmette ontlasting, urine, neusuitvloeiing, bloed en speeksel. Het virus kan lang in de omgeving overleven en kan wel één jaar voorkomen in de urine van verder herstelde honden.
Symptomen Canine Hepatitis
De symptomen variëren van een lichte koorts tot het overlijden van het dier. De eerste verschijnselen zijn meesta koorts, sloomheid en niet willen eten. Vaak hebben ze een gevoelige buik en een enkele keer hoest de hond. Tekenen van leverfalen kunnen optreden waaronder braken, geelzucht, neurologische verschijnselen en verhoogde bloedingsneiging.
Als een hond hersteld is kan hij/zij blijvende veranderingen van het hoornvlies en nierbeschadiging over houden. Jonge honden zijn het gevoeligst.
Helaas blijf je dit zien – honden vastgebonden aan een supermarkt of andere winkel...
“Wanneer mijn baasje naar de supermarkt gaat om inkopen te doen mag ik mee. Naast het uitlaten haal ik op die manier ook weer een frisse neus en krijg ik extra beweging. We zijn gearriveerd bij de supermarkt. Baasje legt mij vast aan een paal of hekwerk. Trouw zit ik buiten te wachten terwijl baasje haar inkopen binnen doet. Voor mij is het inmiddels normaal al die mensen die ik naar binnen en naar buiten zie gaan. Mensen die me voorbij lopen of fietsen. Zit gewoon geduldig te wachten op baasje. Vervolgens komt een man me aaien. Dat is lief – maar dan haalt hij mijn lijn los en neemt me gauw mee de hoek om. Voordat ik het weet zit ik in een donkere ruimte - de bodem is glad. Comfortabel is het niet. Waar ben ik.....baasje waar ben jij? wat gebeurt er met mij ?Het gehobbel en de bochten laten mij van links naar rechts glijden in deze donkere ruimte. Waar ga ik heen ?Plotseling staan we stil. Ik hoor 2 mannen praten buiten deze donkere ruimte. De deuren gaan open. Het licht doet pijn aan mijn ogen. Met een ruk wordt ik eruit getrokken en wordt in een vies hokje gestopt. Geen warm dekentje, water of voer te vinden. Kan me nauwelijks omdraaien in het kleine hokje. Zie ook andere soortgenoten - ze liggen er allemaal erg treurig bij. Baasje.... waar ben ik? waar ben jij?”
Moraal en waarschuwing van dit bewustwordingsverhaal :
LAAT JE HOND NIET BUITEN ONBEHEERD ACHTER TERWIJL JE ZELF MISSCHIEN MAAR 1 MINUUTJE BINNEN BENT.JE HOND KAN IN EEN PAAR SECONDEN TIJD IN VERKEERDE HANDEN VALLEN EN VERVOLGENS MOETEN FUNGEREN ALS BROODFOKHOND OF VECHTHOND.
Je baby laat je toch ook niet achter voor de supermarkt – doe dit dan ook niet met je huisgenootje – je trouwe viervoeter! Denk na: een fiets doe je toch ook op slot zodat hij niet gestolen wordt als je winkelt
Uw hond ben je zo kwijt....
BREXIT : Nieuwe regels voor reizen van en naar het Groot-Brittannië.
1. Bepaling van Groot-Brittannië
Met Groot-Brittannië worden Engeland, Wales en Schotland bedoeld. Noord-Ierland maakt, voor de
regelgeving, nog altijd deel uit van de EU en dus alle regels die hierna worden opgesomd gelden NIET
voor reizen van en naar Noord-Ierland.
2. Reizen naar Groot-Brittannië
Om met uw hond of honden naar Groot-Brittannië te reizen, moeten ze gechipt zijn, een EU-dierenpaspoort
en een geldige rabiësvaccinatie, ingeschreven in het EU-dierenpaspoort, hebben. Daarenboven moeten zij
een behandeling tegen de vossenlintworm (Echinococcus multiocularis) hebben gekregen. Deze
behandeling moet ten vroegste 120 uur en ten laatste 24 uur voor de geplande binnenkomst in GrootBrittannië gebeuren en in het EU-paspoort ingeschreven worden.
3. Terugkeer vanuit Groot-Brittannië
Sids 1 januari 2021 mag een dierenarts uit Groot-Brittannië geen rabiësvaccinatie in een EU-dierenpaspoort
zetten. Als uw hond dus na 1 januari 2021 een rabiësvaccinatie krijgt in Groot-Brittannië dan moet er een
gezondheidscertificaat het dier vergezellen.
4. Een in Groot-Brittannië aangekochte hond importeren in België
Wanneer u een hond/puppy koopt in Groot-Brittannië dan zal u deze moeten invoeren via de luchthavens
van Oostende, Zaventem, Charleroi, Deurne en Luik of de haven van Zeebrugge. De controle gebeurt door
de douane.
Uw hond moet gechipt zijn, een vaccinatie tegen rabiës hebben gekregen en een gezondheidscertificaat
hebben. Een hond kan vanaf 12 weken ingeënt worden tegen hondsdolheid. Dit is de zogenaamde
‘primovaccinatie’ (eerste vaccinatie tegen rabiës).
Opgelet!
Deze vaccinatie is pas na minstens 21 dagen (dag van vaccinatie telt niet mee) geldig, wat wil zeggen dat
een puppy ten vroegste mee kan reizen vanaf 15 weken
Let op als uw hond komt aangelopen met een stok.
Het is geen speelgoed wees alert !
het kan nare gevolgen hebben .
Honden in de winter – 7 waardevolle tips
Sneeuwpret
De meeste honden vinden het heerlijk om in de sneeuw te ravotten en te speuren naar van alles wat zich onder de sneeuw bevindt. In dit artikel geven we je een aantal waardevolle tips om de winter leuk, maar ook vooral veilig door te komen.
Tip 1: pas op voor zoutvergiftiging
Thuis gekomen na een wandeling door de sneeuw, likt je hond zichzelf schoon. Wat kan daar voor kwaad in schuilen zou je denken? Zoals je weet wordt er in de winter zout gestrooid om gladheid te voorkomen. Deze pekel kan aan de poten van een hond blijven kleven en als je hond hier erg veel van binnen krijgt, dan kan dat zelfs fatale gevolgen hebben. In een bericht op PupPlace.nl kun je o.a. het volgende te lezen:
“De hoeveelheid zout die een hond fataal kan worden ligt tussen 1,9 en 3,7 gram zout per kg hond. De klachten kunnen tot 72 uur na inname beginnen op te treden, de meest voorkomende klachten zijn braken en/of diarree, maar neurologische klachten kunnen ook optreden.”
Tip 2: voetzooltjes insmeren
Honden kunnen last krijgen van de pekel. Om dat te voorkomen kun je, voordat je naar buiten gaat met je hond, de poten insmeren met speciale zalf. Na een wandeling doe je er goed aan de poten schoon te maken met lauw water. Er zijn verschillende producten te koop, denk aan Paw Balm Voetzoolbalsem of Vetramil Paw Wax.
Sommige mensen gebruiken hier vaseline of uierzalf voor. Op zich kan dit ook, echter maak de poten dan na de wandeling weer goed schoon. Honden hebben nog wel eens de neiging om de poten schoon te likken en kunnen dan ziek worden van de vaseline. (In uierzalf zit ook vaseline.)
Tip 3: zorg ervoor dat je hond niet te nat wordt
Een natte hond heeft eerder kans om onderkoeld te raken. Voorkom dus gesmolten sneeuw of water in de vacht.
Tip 4: laat je hond niet op het ijs
IJs is uiteraard erg glad, waardoor je hond kan uitglijden. Hij kan zijn gewrichten, botten of spieren blesseren. Daarnaast loop je het gevaar dat je hond door het ijs zakt of in een wak valt met alle gevolgen van dien.
Melissa: “Ik liep met mijn hond Bobbie in de Oisterwijkse bossen langs een van de vennen. Plotseling zag hij eenden op het ijs en hij ging daar meteen op af. Het ijs was nog te dun en hij zakte er 10 meter vanaf de kant doorheen! Ik stond doodsangsten uit, want Bobby kreeg geen grip en ging steeds kopje onder. Gelukkig brak het ijs steeds als hij erop wilde klauteren en zo kwam hij met veel pijn en moeite naar de oever toe. Sindsdien lijn ik hem altijd aan als er ijs ligt.”
Tip 5: houd je hond warm
Dit klinkt als een open deur, maar hoe zorg je ervoor dat je hond warm blijft als het buiten vriest? Stilstaan in de sneeuw dien je te voorkomen, zorg er dus voor dat je hond in beweging blijft, dan blijft hij warm. Voor honden met een korte vacht en/of kale buik kun je eventueel een hondejas of dekje aanschaffen. Sommige rassen hebben geen last van de kou, andere weer wel. Houd je hond daarom goed in de gaten om te beoordelen of hij het te koud heeft.
- Kleine honden hebben het eerder koud.
- Puppy’s zijn nog te klein en hebben niet genoeg vet en vacht om zich te weren tegen de kou.
- Rassen met een korte vacht en/of kale buik, die van oorsprong uit warmere gebieden komen, zijn minder bestand tegen de kou. Denk o.a. aan de Spaanse Galgo.
- Senioren kunnen soms minder goed hun lichaamstemperatuur reguleren.
Tip 6: verlichting
In de wintermaanden is het vaak al om 17.00 uur donker. Goede verlichting is dan geen overbodige luxe. Er zijn verschillende mogelijkheden. Denk aan een reflecterend veiligheidshesje, een reflecterende halsband of een knipperlichtje zodat je hond goed zichtbaar is. Ditzelfde geldt natuurlijk ook voor jou!
Tip 7: knip lange haren weg
Tussen de voetzolen, aan de achterkant van de poten en onder de buik hebben sommige hondenrassen lange haren. Er kunnen zich sneeuwklompjes gaan vasthechten aan de lange vacht en dit voelt erg ongemakkelijk aan. Het bemoeilijkt vooral het lopen als er sneeuw- en ijsklompjes onder de voetzolen vastkleven. Knip daarom overtollig haar weg om dit te voorkomen.
Mochten er toch nog klompjes sneeuw aan de vacht vast kleven, knijp ze dan stuk. Probeer ze nooit los te trekken!
Foto bron: Liesbeth Hogendoorn.
Hoe weet je of je hond het koud heeft?
- Rillen
- Hond is in zichzelf gekeerd, maakt geen contact
- Problemen met ademhalen
- Zwakke hartslag
- De normale lichaamstemperatuur van een hond is gemiddeld 38°C / 39°C.Wanneer deze onder 37,5°C komt, bel dan zeker met je dierenarts.
Bevriezingsverschijnselen
- De huid is bleek en blauw en in een later stadium rood en opgezwollen
- De hond heeft pijn aan de oren, staart of poten
EHBO
Wat te doen als een hond onderkoeld is of zelfs bevriezingsverschijnselen heeft?
- Breng de hond z.s.m. naar een warme omgeving,
- Pak de hond warm in met dekens,
- Laat de hond iets warms drinken,
- Geef de hond eventueel iets met suiker om energie te krijgen,
- Bel je dierenarts voor verdere instructies
Graag brengen we u op de hoogte van Oncowaf:
Een website voor hondeneigenaars met vragen rond kanker. Om antwoorden te kunnen bieden op deze vragen, verzamelden dierenartsen actief in oncologie relevante en onafhankelijke informatie op deze site.
Zo kan men onder meer inlichtingen terugvinden over:
-
welke hondenrassen gevoeliger zijn dan andere voor het ontwikkelen van bepaalde tumortypes
• tips over communicatie met de dierenarts
• hoe men de hond kan ondersteunen tijdens zijn behandeling
• wat de dierenarts voor de hond kan doen
• lopende klinische studies
Daarenboven laat de
Facebook-groep - hondeneigenaars met vragen rond kanker toe onderling vragen, ervaringen en tips uit te wisselen. De site-inhoud is louter aanvullend bedoeld en vervangt uiteraard het advies van de dierenarts niet.
Zowel de site-inhoud als de Facebook-groepen zijn beschikbaar in Nederlands, Frans en Engels.
Deze site werd gesponsord door het:
Belgisch KankerFonds voor Dieren.
voor meer informatie klik op de kleurwoorden
Test van Campbell
De test van Campbell maakt het mogelijk om het karakter en de vaardigheden van puppys te evalueren. Het is een kostbare hulp om de puppy te kiezen die u het best past uit een nestje.
Voorwaarden voor een goede test:
- De test moet bij 7 weken oude puppys uitgevoerd worden, noch ervoor noch daarna.
- De examinator moet alleen zijn en kan mag niet door de puppy gekend zijn.
- De test moet in een door de puppy onbekende, geïsoleerde, rustige en neutrale plaats verwezenlijkt worden.
- Te test mag slechts één keer op elke puppy uitgevoerd worden (anders kan het gedrag aangeleerd worden).
- De test wordt op een zachte, onpersoonlijke wijze uitgevoerd en zonder enige aanmoediging.
1. Sociale binding:
Plaatst zacht de jonge hond in een gekozen plaats. Verwijdert u van enkele meters in de tegenovergestelde richting dan die waarin u bent aangekomen. Zet u op uw knieën en klap zacht in de handen om de jonge hond aan te trekken. Observeert of hij naar u toe komt met een hoge of lage staart, of hij verplaatst zich helemaal niet, dit openbaart zijn graad van sociale rang, zelfvertrouwen of onafhankelijkheid.
Resultaten:
A. Komt gemakkelijk, staart omhoog, huppelend en probeert in de handen te bijten.
B. Komt rustig, staart omhoog, op een drafje naar de handen.
C. Komt rustig maar houdt de start omlaag.
D. Komt aarzelend.
E. Komt helemaal niet.
2. De volgproef:
Houdt u staande naast de puppy, vervolgens verwijdert u met een rustige pas, verzeker u dat de puppy u observeert op het ogenblik dat u zich verwijdert. U zult zien of hij vaardigheden heeft om een meester gemakkelijk te volgen. Als hij zich niet verplaatst, is hij zeer onafhankelijk.
Resultaten:
A. Volgt gemakkelijk, staart omhoog en probeert in de voeten te bijten.
B. Volgt gemakkelijk, staart omhoog, dicht bij de voet.
C. Volgt gemakkelijk, staart omlaag.
D. Volgt aarzelend, staart omlaag.
E. Volgt helemaal niet of op een afstand.
3. De dwangproef:
Legt de puppy op de grond en rol hem zacht op de rug. Houdt, een hand op de borst, gedurende dertig seconden. Zijn afweer - of inwilligingsreacties tonen zijn tendens om een sociale of lichamelijke overheersing te aanvaarden.
Resultaten:
A. Strijdt heftig, verzet zich krachtig en bijt.
B. Strijdt heftig, verzet zich krachtig maar bijt niet.
C. Strijdt een poosje en geeft dan op.
D. Verzet zich niet maar onderwerpt zich aan de druk van de hand.
4. De sociale overheersing:
Legt de puppy in lig positie en streel hem zacht van het hoofd naar beneden over de rug. Zijn houding geeft zijn inwilliging of zijn weigering van de sociale overheersing weer. Als hij zeer dominerend is, zal de puppy op de mens proberen te springen, te bijten, te grommen, als hij onafhankelijk is, zal hij zich verwijderen.
Resultaten:
A. Springt, trapt en krabt, bijt en gromt.
B. Springt en trapt.
C. Beweegt zich om de handen te likken.
D. Draait zich om op de rug om de handen te likken.
E. Verroert zich niet of verwijdert zich en komt niet terug.
5. De zweefproef:
Neem de puppy op, onder de buik met beide handen ineengevouwen, de palmen naar boven en til hem op. Houdt hem dertig seconden in deze positie. De puppy heeft geen enkele controle meer. Hij is aan de willekeur van de examinator overgeleverd. Volgens zijn reacties, zult u zien of hij al dan of niet uw overheersing aanvaardt.
Resultaten:
A. Verzet zich strek, bijt en gromt.
B. Verzet zich sterk.
C. Verzet zich, wordt kalm en likt.
D. Verroert zich niet.
Wanneer de verschillende testen werden verwezenlijkt, ongeacht het gedrag van de puppy tijdens de testen, moet deze geliefkoosd en gefeliciteerd worden en naar zijn moeder worden teruggebracht.
Interpretatie:
- 2A of meer, met B = Agressief Dominant
De puppy reageert agressief, kan bijten als men hem wat hard hanteert. Vraag een ervaren meester. Af te raden met kinderen of bejaarden.
- 3B of meer = Dominant
Tendens tot de trouwe overheersing, tot de zelfzekerheid. Zeer geschikt om te werk en leert graag en snel. Vraagt een meester die bekwaam is een hiërarchie op te leggen, constant en met een goed begrip van opvoeding.
- 3C of meer = Onderdanig en evenwichtig
Past zich gemakkelijk aan elk milieu aan. Gemakkelijk op te voeden zelfs door weinig ervaren personen. Ideaal in een familie met kinderen of bejaarden.
- 2C of meer maar vooral 1E of meer = Overdreven onderdanigheid
Hyper onderdanige puppy die een grote behoefte heeft aan complimenten en aan aanmoedigingen. Zal met genegenheid en geduld opgevoed moeten worden om vertrouwen te hebben en zich ten volle in menselijk milieu te begeven. Normaal goed met kinderen en bejaarden. Bijt niet of alleen om zich van slechte behandelingen te verdedigen
- 2D of meer met 1E in de sectie van sociale overheersing = Zelfstandig
Puppy die moeilijk te socialiseren is, hij zal een speciale techniek van scholing vragen.
Als hij A's of B's erbij heeft, kan hij een angstbijter worden, die per angst gaat aanvallen als bijvoorbeeld in een hoek gedreven is zonder mogelijkheid van vlucht, of wanneer men het straft.
Als hij C's en D's erbij heeft, zal hij schuchter of angstig worden bij de minste slechte ervaring of onaangename situatie.
Reageert slecht met de kinderen.
Opmerkingen:
De test geeft u een idee van het karakter en de vaardigheden van de puppy op het ogenblik van de test. De evolutie van de puppy zal eveneens afhangen van het milieu waarin hij zal opgroeien en van de opvoeding die hij zal krijgen.
Vaccinatie van mijn hond:
Niet gevaccineerde honden lopen het risico op ernstige infectieziekten, die levensbedreigend kunnen zijn. Door uw hond een eenvoudige vaccinatie te geven, kan u hem/haar een optimale bescherming geven tegen deze ziekten.Een vaccin zorgt voor de opbouw van een afweersysteem (via antistoffen) tegenover een welbepaalde ziekteverwekker. Wanneer uw hond de volgende keren met deze ziekteverwekker in contact komt, zal hij/zij tegen de verwekker beschermd zijn.De voornaamste ziekten die voorkomen bij de hondParvovirose of ‘Kattenziekte’Een erg besmettelijke en in vele gevallen dodelijke ziekte die heel het lichaam aantast, voornamelijk erg gevaarlijk voor pups en oudere honden, omwille van hun lage immuniteit. Bij pups zien we voornamelijk de maagdarmvorm die zich uit in hevig braken, bloederige én stinkende diarree en uitdroging door veel verlies aan vocht. De infectie kan worden overgedragen van pup tot pup, voornamelijk via uitwerpselen.Soms zien we pups waarbij het virus het hart infecteert met plotse sterfte tot gevolg. Parvovirose is zéér besmettelijk! Het virus is goed bestand tegen warmte en koude. Het kan ook overgedragen worden via handen, schoenen, kleren van de verzorger/eigenaar.Hondenziekte of ‘Ziekte van Carré’Een virus –nauw verwant aan het mazelenvirus bij de mens –veroorzaakt deze ziekte. De ziekte kent uiteenlopende symptomen, maar de voornaamste klachten zijn neusvloei, oogvloei, hoesten, zenuwsymptomen en soms ook braken en diarree. Deze ziekte kan leiden tot blijvend letsels aan het zenuwstelsel of zelfs sterfte.De ziekte kan op elke leeftijd voorkomen, maar het zijn vooral jonge honden, die plots ernstig ziek worden en vervolgens aan de ziekte kunnen overlijden.Leptospirose of ‘Rattenziekte’ziekte van WeilLeptospirose is een verzamelnaam van ziektes die veroorzaakt worden door Leptospiren. Dit zijn beweeglijke bacteriën, die in staat zijn om via wondjes van het slijmvlies van de neusen/of de mondholte en zelfs via de huid het lichaam binnen te dringen. De belangrijkste infectiebron is water dat besmet is geraakt met urine van dieren die geïnfecteerd zijn.Leptospiren kunnen soms gedurende maanden of zelfs jaren worden uitgescheiden door dieren, waarbij de infectie sluimerend in denieren aanwezig is. Vooral de nieren, maar ook de lever lopen hierdoor vaak blijvende schade op. Soms kan leptospirose zeer snel verlopen met als symptomen: zeer hoge koorts, gele slijmvliezen en donkergele urine. Leptospirose is niet alleen gevaarlijk voor uw hond, maar ook voor de mensen in zijn/haar omgeving. Juist omdat leptospirose een ziekte is die ook een risico oplevert voor de mens, is een jaarlijkse vaccinatie van alle honden aan te raden. De ziekte kan niet alleen worden opgelopen als de hond inof bij het water komt, het is ook zinvol om een hond die nooit zwemt te beschermen tegen een besmetting met leptospirose. Reden hiervan is dat uw hond niet enkel kan besmet raken door water dat besmet is met ratten, maar ook door contact met besmette ratten zelf, of met hun uitwerpselen en urine.Infectieuze hepatitis of ‘Leverziekte’Hepatitis is een besmettelijke virusziekte, die voornamelijk verspreid wordt via de urine van geïnfecteerde honden. De symptomen kunnen variëren van lichte koorts tot een ernstige leverontsteking, waarbij het dier hoge koorts heeft, niets eet en uiteindelijk sterft. Soms kunnen de symptomen van besmettelijke leverziekte lijken op die van Hondenziekte. Vooral bij jonge honden kan de ziekte zeer plots de dood veroorzaken.Extra vaccinaties:Kennelhoest of ‘Infectieuze Tracheobronchitis’
Kennelhoest
is een aandoening, die veroorzaakt wordt door meerdere virussen en bacteriën. Het komt vooral voor bij honden die in een stresssituatie zitten (vb. kennel), omdat dat plaatsen zijn waarbij veel honden vlak bij elkaar zitten en er voortdurend geblaft wordt. Het meest opvallende symptoom van de ziekte is het voortdurend hoesten, luidruchtig de keel schrapen en soms slijmen die naar boven komen. Ook komen eigenaars wel eens de praktijk binnen met de klacht dat de hond braakneigingen heeft. Kennelhoest wordt veroorzaakt door een infectie met het parainfluenzavirus, het adenovirustype 2, of de bacterie Bordetella bronchoseptica of een combinatie van deze virussen.Het parainfluenzavirus is zeer besmettelijk en veroorzaakt ontstekingen en kleine bloedingen op het slijmvlies van de luchtwegen. Het Adenovirus type 2 lijkt in werking sterk op het Parainfluenzavirus, maar geeft ook ontstekingen in het longweefsel, waardoor vrij gemakkelijk een bacteriële longontsteking zou kunnen ontstaan. Bordetella bronchoseptica is 1 van de bacteriën, die vaak gevonden wordt bij Kennelhoest, als secundaire infectie of als verwekker van de ziekte.Tegenover het Parainfluenzavirus wordt standaard gevaccineerd. Indien de hond naar een pension, hondenshow of hondenschool gaat, raden we een extra vaccinatie aan met Parainfluenza/Bordetella bronchoseptica op 11 en 16 weken.Hondsdolheid (rabiës-razernij)Een virus dat levensgevaarlijk is voor alle warmbloedige dieren (hond, kat,..), ook de mens! Een hond die besmet is met dit virus, in tegenstelling tot de kat, kan agressief worden en invele gevallen bijten. Het virus komt via het speeksel in een wondje in het lichaam terecht, en verspreidt zich langs de zenuwbanen naar de hersenen, waardoor het dier sterft binnen de 6 maanden. Verspreiding kan ook gebeuren via speeksel (bijtwonden) van vossen, dassen en andere dieren.Vaccinatie tegen hondsdolheid is verplicht voor elke hond die over de landsgrenzen heen reist. Gaat u dus met uw hond naar het buitenland (al is het maar voor een korte periode), of komt uw hond vanuit het buitenland naar u, dan moet hij/zij gevaccineerd zijn. In België is ten zuiden van Samber en Maas en op campings, vaccinatie tegen rabiës NIET MEER wettelijk verplicht. Soms worden door bepaalde landen (Groot Brittannië, Ierland, Malta, Finland,..) nog extra verplichtingen ingesteld. Raadpleeg hiervoor uw dierenarts.Het bewijs van vaccinatie wordt in het Europees paspoort genoteerd door de dierenarts en is, voor de meeste Europese landen, 3 jaar geldig. Hou er rekening mee dat het vaccin bij de eerste vaccinatie, pas 21 dagen na toediening werkzaam is. Zorg dus dat u minimum 3 weken voor vertrek uw hond laat vaccineren tegen Hondsdolheid.Vaccinatie van mijn pupPasgeboren pups krijgen van hun moeder gedurende hun eerste levensweken afweerstoffen mee via de moedermelk. Deze antistoffen bieden slechts een tijdelijke bescherming aan de jonge pups. Na het spenen dalen deze afweerstoffen echter snel, zodat uw pup weer gevoelig wordt voor deze ziektes. Vaccineren op dat moment zorgt voor een stimulatie van het afweersysteem en een goede bescherming.Sinds korts kunnen puppy eigenaars kiezen tussen het traditionele entschema OF de enting volgens het VacciCheck principeVaccineren volgens traditionele schema:De puppy vaccinaties vinden plaats op 7 weken –9 weken –13 weken –26 weken. Nadien neemt de jaarlijkse vaccinatie over.De jaarlijkse kennelhoestvaccinatie is een apart vaccin en wordt gegeven aan honden die naar de hondenschool gaan, honden die naar een hondenpension gaan, honden die naar hondenshows gaan of honden die veel contact hebben met andere honden.De driejaarlijkse rabiësvaccinatie zit niet bij de standaardvaccinatie en is verplicht wanneer u met uw hond naar het buitenland gaat.
Vaccineren volgens het VacciCheck principe:
Met behulp van VacciCheck is het mogelijk om een vaccinatieschema op te stellen op maat van uw dier.VacciCheck is een bloedonderzoek waarbij er wordt gecontroleerd of uw hond voldoende antistoffen heeft tegen hondenziekte, kattenziekte en infectieuze hepatitis.Waarom: om de pups zo min mogelijk inentingen te geven door ze op het ideale tijdstip te geven.Er zijn 2 protocols mogelijk bij pups indien u zou kiezen voor de VacciCheck. Welk protocol gevolgd kan worden is afhankelijk of de pup al gevaccineerd is bij de fokker op 7 weken of bij de fokker getest is met een VacciCheck test op 7 weken.VacciCheck is op 7 weken bij fokker uitgevoerd: elke 3-4 weken VacciCheck test om te kijken wanneer de maternale antistoffen laag genoeg staan om de enting te geven. Vier weken na de enting moet dan een controle titer bepaald worden om te kijken of de vaccinatie goed is aangeslaan. Voordeel: de pup heeft mogelijks maar één enting nodig gehad tegen hondenziekte, kattenziekte en infectieuze hepatitis (tegen anders 3).VacciCheck op 11 weken starten indien de pup een enting heeft gehad op 7 weken om de kijken of de maternale antistoffen voldoende laag zijn om de grote enting te geven. Indien twijfel of de antistoffen nog maternaal zijn OF reeds afkomstig zijn van de eerste enting kan het zijn dat 4 weken later nogmaals getest moet worden. Opnieuw zal de enting tegen hondenziekte, kattenziekte en infectieuze hepatitis gegeven worden wanneer de maternale antistoffen verdwenen zijn. Vier weken na de enting moet gekeken worden of de vaccinatie is aangeslaan.Belangrijk! VacciCheck kan alleen voor hondenziekte, kattenziekte en infectieuze hepatitis. De inenting en booster tegen rattenziekte (eneventueel kennelhoest) zijn nog steeds nodig.Vaccinatie van mijn volwassen hondOok bij de volwassen hond kunnen we werken volgens 2 principes:Indien de eigenaar wenst te vaccineren volgens het traditionele schema zal de volwassen hond jaarlijks een enting krijgen tegen de rattenziekte (en eventueel kennelhoest indien nodig) en driejaarlijks tegen de hondenziekte, kattenziekte en infectieuze hepatitis ( en eventueel rabiës indien nodig).Eigenaars die willen enten volgens het VacciCheck principe zullen jaarlijks enten tegen de rattenziekte (en eventueel kennelhoest indien nodig) en wanneer nodig een titerbepaling laten doen om te kijken of enting tegen de hondenziekte, kattenziekte en infectieuze hepatitis nodig is of kan uitgesteld worden bij aanwezigheid van voldoende antistoffen tegen de 3 voorgaande ziektes. Driejaarlijkse enting voor rabiës blijft eveneens nodig indien honden meegaan naar het buitenlan
11 dingen die ik heb geleerd als hondeneigenaar:
Je krijgt veel inzichten over het leven als je het gezelschap van een hond hebt. Ze leren je alles over liefhebben, dankbaarheid, mededogen en leven in het moment. Hier zijn dus 11 lessen die je van je hond kan leren:
1. Een hond in je leven is niet zozeer een eigendom als wel een partner
"Controle" wordt meestal geassocieerd met eigendom. Hoewel dit van toepassing kan zijn op hondendiscipline, hebben hondenbaasjes echt een wederzijdse onvoorwaardelijke relatie met hun hond, meer dan met wat ook. Je hond "bezit" jou op dezelfde manier als jij hem bezit. Je hebt een hechte en sterke band die moeilijk te verbreken is.
2. Honden houden van routine
Op vrije momenten in bed wat luieren of slapen? Die dagen zijn voorbij als je een hond in huis haalt. Je moet je aan routines houden als je een hond hebt. Als je huisdier gewend is aan ochtendwandelingen, hoef je niet op de sluimerknop van je wekker te drukken, zelfs als het zondag is. Je hond wordt onrustig als het tijd is voor het avondeten en jij nog niet begonnen bent met de bereiding ervan. Honden leren je om je aan een routine te houden, wat echt helpt als je altijd een volle agenda hebt.
3. Honden zijn de eeuwige optimisten
Honden zijn snel tevreden en vermaakt. Een stok uit de achtertuin laat ze al vrolijk kwispelen. Een ritje met jou in de auto windt ze op, of je nu naar het park gaat of een korte rit naar de winkel maakt. Dit leert baasjes van gezelschapsdieren om zelfs de kleine dingen in het leven te waarderen. En als je je somber voelt, hoef je toch alleen maar naar die heerlijke snoet van je hond te kijken met zijn kwispelende staart. Het zijn de eeuwige optimisten!
4. Honden vergeven snel en gaan verder met het leven
Heeft je hond die mooie vaas in de woonkamer gebroken of aan je nieuwe schoenen gezeten? Dan hoef je gewoon in de ogen van je viervoeter te kijken en de woede zal snel verdwijnen. Honden kunnen met hun zielige ogen al snel jouw sympathie opwekken, hun gevoelens uiten en aandacht vragen. Honden leren mensen dat sommige dingen niet de moeite waard zijn om boos over te zijn, vooral niet als het gedrag is om je aandacht te trekken. Dit gedrag kom je veel tegen en je leert het los te laten, dankzij je hond.
5. Honden hechten belang aan slaap
Het is gemakkelijk om niet of minder te slapen als je het te druk hebt met werk, verplichtingen, je sociale leven en gezin. Honden leren je belang te hechten aan slaap en rust omdat dit elke dag 16 à 20 uur op hun agenda staat. Je moet je hond dus bedanken voor de boost in je energiepeil, omdat je van hem hebt geleerd om te slapen en te rusten.
6. Honden zijn altijd openhartig en verbergen hun gevoelens niet
Hoewel ze niet met woorden communiceren, is het verbazingwekkend hoe deze vierpotige harige wezens zo direct kunnen zijn. Honden zullen je altijd laten weten wat ze willen en wat ze voelen. Ze zullen je nooit buitensluiten of mopperen als je hun aanwijzingen niet leest. Honden leren ons dat het helpt om direct te zijn en écht te zeggen wat je bedoelt, en wat er het meest toe doet.
7. Honden leven altijd in het heden
Honden staan nooit stil bij het verleden en maken zich geen zorgen over morgen. Honden leven in het moment, tevreden en zonder spijt. De dingen waar ze zich zorgen over maken, zijn beperkt tot eten en drinken, plaspauzes, spelen en slapen. Mensen daarentegen multi-tasken, netwerken en doen aan veel dingen mee. Mensen lijken nooit te pauzeren, dus stress kan hun leven beïnvloeden. Dit verklaart misschien waarom honden altijd positief zijn. Een studie van Harvard onthulde dat wie in het moment leeft, eigenlijk gelukkiger is.
8. Water is voedsel
Is het je ooit opgevallen dat honden instinctief weten wanneer ze moeten drinken? Met wat ze ook bezig zijn, ze stoppen spontaan om te gaan drinken. Deze gewoonte is een goed voorbeeld voor ons om gehydrateerd te blijven, omdat het lichaam eerder water nodig heeft dan voedsel. Als jij het te druk hebt, vergeet je soms iets eenvoudigs als water drinken. Honden vergeten deze basisbehoefte nooit.
9. Honden accepteren complimentjes
Honden schrikken niet terug als mensen hen vertellen dat ze schattig en lief zijn. Ze accepteren complimenten met veel plezier. Ze voelen zich nooit ongemakkelijk. Mensen moeten leren hoe ze de complimentjes die ze van anderen krijgen, niet afwenden. Waarom kunnen we niet gewoon "dank je" zeggen en onze prestaties en beste eigenschappen erkennen zoals anderen ze zien? Mensen zien het aanvaarden van complimenten soms als een superioriteitscomplex. In tegenstelling tot honden maken we de dingen toch vaak ingewikkeld, niet?
10. Ze hebben de beste luistervaardigheden
Het is niet hun goed gehoor dat hen tot goede luisteraars maakt. Als je honden commando's leert, letten ze extra op en luisteren ze. Je kunt hun oren echt rechtop en alert zien. Als jij even door het lint gaat, zitten zij geduldig te wachten, kijken je empathisch aan en luisteren naar je tirades. Bovendien zullen ze je niet beoordelen omdat je je frustratie toont. Ze weten gewoon dat je je slecht voelt en dat je iemand nodig hebt die luistert.
11. Liefde overwint alles
Er zijn online heel veel verhalen terug te vinden over honden die agressief zijn geworden door misbruik en verwaarlozing. Maar deze honden veranderen al snel in zachte zielen wanneer ze liefde krijgen van hun verzorgers tijdens de revalidatie. Dit leert ons dat liefde werkelijk alles overwint en dit soort verhalen zorgt er telkens weer voor dat mensen het niet droog houden. Verhalen over transformatie en redding worden nooit oud of vervelend, toch?
De hond en zijn zintuigen:
De reukzin van de hond:
De hond is een neusdier. Hij leeft vooral in een wereld van reuk. Zijn reukzin is voor ons - ogendieren - onvoorstelbaar scherp. Zo kan hij het zweet van mens en dier in miljoenvoudige verdunning waarnemen en herkennen! Hetzelfde geldt voor vetzuren en andere geurstoffen.
Zo duidelijk als wij mensen voetafdrukken in vochtig zand zien, zo helder en onmiskenbaar onderscheidt de hond ontelbare geuren. Ook als sporen al uren oud zijn en voor het menselijk
oog allang niet meer zichtbaar, dan kan de hond het spoor met zijn neus nog altijd feilloos volgen. Een verbluffende prestatie die jagers van pas komt bij het zoeken naar aangeschoten wild, maar die ook bij het opsporen van vermisten, criminelen, drugs en dergelijke van groot nut is voor politie, douane en narcoticabrigades. Juist in de strijd tegen drugs zijn honden van grote waarde gebleken en worden ze om die reden dan ook op grote schaal getraind. De media melden telkens weer de meest ongelofelijke prestaties van zulke honden. Zelfs als verdovende middelen in verschillende lagen plastic zijn verpakt, in vaten zijn verstopt en met speciale 'onschuldige' geuren zijn bewerkt, weten honden ze toch te vinden. Zelfs drugs die zich bevinden in een dikwandige stalen koker met stevig vastgeschroefd deksel worden door speurhonden gevonden.
Hoe komen honden aan deze indrukwekkende gave, die geen enkel ander dier heeft kunnen evenaren, laat staan overtreffen? Voor het antwoord op die vraag is het zaak de hondenneus van dichtbij te bekijken. Ten eerste zien we dan de altijd vochtige neusspiegel, die geuren lokaliseert. Geurdeeltjes die zich verderaf bevinden, komen via de grote neusgaten het orgaan binnen, waar ze terechtkomen op het reukslijmvlies binnenin de neus. Het oppervlak van dat slijmvlies is dertig keer zo groot als bij de mens en voorzien van veel fijnere zenuweinden.
Een ander reukorgaan, het orgaan van Jacobson, bevindt zich vlak achter de snijtanden in het gehemelte. Geuren waarvan de hond zeer opgewonden raakt, worden met een licht tandenge-klapper opgenomen en vervolgens met zeer wijde neusgaten luid snuivend ingezogen.
Het gehoor van de hond:
De mens is in staat geluiden met een frequentie van 16 tot 20.000 golven per seconde (Hertz) waar te nemen. Honden nemen geluiden waar van 60 a 70.000 tot zelfs 100.000 Hz. Hij hoort dus ultrasone geluiden die voor de mens totaal niet zijn waar te nemen. Het voor ons onhoorbare geluid van het zogeheten hondenfluitje is ook ultrasoon en geeft de hond een 'luid en duidelijk' signaal.
Als het om de lage tonen gaat, zijn de mensen iets in het voordeel, maar dat staat in geen verhouding tot het totale bereik van het hondenoor. Het gehoor van de hond is vooral fijner dan dat van de mens. Zelfs in zijn slaap reageert de hond op het geringste geluid en is hij meteen klaarwakker als die geluiden hem verdacht voorkomen.
Honden kunnen geluid ook veel beter lokaliseren, vooral als ze staande oren hebben. Honden met zulke oren kunnen namelijk de oorschelp in de richting van het geluid wenden, het vervolgens optimaal ontvangen en de richting vaststellen waar het vandaan komt.
Honden houden niet van harde geluiden. Vandaar ook dat veel honden, zeker als ze jong zijn, angstig reageren, soms zelfs pijnlijk gekwetst, op stofzuigers, luide muziek e.d. Of dat de reden is dat honden vaak jammerlijk beginnen te janken bij muziek, of dat ze juist van muziek houden en mee willen 'zingen' weten wij niet. Het is vooral vreemd omdat ze zich uit de voeten kunnen maken en de muziek dus niet hoeven te horen.
De tastzin van een hond:
Met behulp van de tastharen aan lippen, wenkbrauwen, oren en bovenbenen zijn honden in staat zich ook in het donker en door de smalste doorgangen op de tast te oriënteren. De hond kan dat echter lang niet zo goed als een kat. Bij veel rassen zijn die tastharen ook alleen nog te vinden aan lippen en wenkbrauwen. Met de tong, neusspiegel, lippen en voetzolen kan de hond ook op de tast voelen. Met deze lichaamsdelen kan hij eveneens warm en koud, en hard en zacht onderscheiden.
Het gezichtsvermogen van je hond:
De hond heeft dankzij de zijdelingse inplanting van zijn ogen weliswaar een breder gezichtsveld, maar hij ziet niet zo gedetailleerd en plastisch als wij. Honden zien scherp tot op 70 a 100 m. Op grotere afstand herkent de hond niet eens zijn baasje als die stilstaat. Bewegingen worden honden echter goed gewaar tot op 1000 m. Natuurlijk bestaan er verschillen van ras tot ras.
Zo jagen windhonden met hun ogen, waardoor ze de bewegingen van wild uitstekend waarnemen, 's Nachts ziet de hond iets beter dan wij. Dat hangt samen met zijn reflecterende netvlies en met het feit dat de staafjes in het hondenoog meer rodop-sine bevatten, een stof die afkomstig is van vitamine A en eiwitten. Het ontbreken van die stof leidt tot nachtblindheid.
Honden kunnen niet goed kleuren onderscheiden. Tot hoeverre ze kleuren wél kunnen zien en welke dat juist zijn, is tot op heden niet duidelijk.
De smaakzin van je hond:
Honden hebben een goed ontwikkelde smaak. Dat die smaak vaak sterk van de onze verschilt, zal iedere hondeneigenaar vroeg of laat moeten vaststellen. Bijna alle honden leggen een voor ons onbegrijpelijke voorkeur aan de dag voor kadavers en andere, voor ons mensen onaangenaam, zelfs weerzinwekkend ruikende dingen.
Anderzijds weigeren honden wel eens voedsel waarin medicijnen zijn vermengd die ons voorkomen als geur- en smaakloos. Ze laten hun bak dan 'gewoon onaangeroerd staan. Vaak lukt het trucje niet eens om een tablet of pasta te verstoppen in iets heel lekkers, zoals een stukje vlees of worst, om het op die manier bij uw beschermeling binnen te krijgen. In hoeverre bij het proeven de smaak- of de reukzin in actie komen, is vooralsnog niet duidelijk.
Hoe maak je je hond duidelijk dat jij de baas bent
Als baasje moet je je hond vrij snel duidelijk maken wat zijn plaats is in de hiërarchie. Het is belangrijk dat het dier snapt dat het de mens is die de baas is. Gebeurt dat niet, dan kan dat ernstige problemen met zich meebrengen.
Dominant of onderdanig:
Van nature neigt een hond naar een van deze beide temperamenten. Maar in welke mate hij zijn karakter tot uiting brengt, zal afhangen van de omstandigheden waarin hij opgroeit en van zijn verhouding met de personen die hem omringen. Een hond zal in harmonie leven met zijn baasje(s), de regels respecteren en komen als hij wordt geroepen, enkel en alleen als hij een ‘leider’ heeft die zijn prikkels onder controle houdt (bij een dominante hond) of hem geruststelt (bij een angstig dier).
Als er geen duidelijke hiërarchie is, zal de hond daarvan profiteren om de leiderspositie in te nemen. Agressief, oncontroleerbaar, jaloers, grillig, overbeschermend, gappend… zijn karakter en zijn houding kunnen extreem vervelend worden. En dat is niet de schuld van het dier, het ligt aan de mens die het beest niet voldoende duidelijk gemaakt heeft welke plaats iedereen inneemt binnen het gezin (de meute). De hond beschouwt zijn leider of meester dan als ‘niet dominant’, hij aanvaardt hem als speelmaatje (waarbij hij zelf de regels vastlegt), als voedselleverancier (de hond bedelt), als aai-automaat (wanneer de hond daar zin in heeft) en finaal ook als persoonlijke assistent (hij maakt zijn baasje ’s nachts wakker, hij weigert bepaalde soorten voedsel, hij doet zijn behoefte waar en wanneer hij daar zin in heeft…).
Dan is het uiteindelijk de hond die de lakens uitdeelt en de anderen, de mensen, zijn er om hem te gehoorzamen en aan zijn wensen te beantwoorden. Als je viervoeter het gevoel heeft dat hij wordt tegengewerkt, zal hij dan ook grommen of bijten wanneer je probeert om hem iets af te pakken, wanneer je hem uit een bepaalde ruimte naar buiten leidt, hem uit de zetel jaagt, zelfs als je gewoon probeert om hem aan te raken of mee te nemen. Hij zal proberen om er controle over te houden hoe iedereen zich beweegt en hij zal de gebaren en het doen en laten van de andere gezinsleden in de gaten houden (volwassenen onderling, volwassenen met de kinderen…). Hij zal niet toelaten dat andere honden of personen hem benaderen…
Enkele praktische raadgevingen:
- Het gezin op de eerste plaats: Zelfs al is er maar één leider van de meute, alle leden van het gezin moeten
de hond duidelijk maken dat zij hoger staan op de hiërarchische ladder.
- Het baasje eet eerst en deelt niet: Een hond mag eten wanneer zijn baasjes dat beslissen en altijd na hen.
De leider voedt zich eerst en deelt zijn maaltijd niet, ook geen klein brokje.
- Iedereen kent zijn plaats: Een hond mag niet op eigen initiatief op een bed of zetel springen: de beste plaats
is voorbehouden voor de leider en die moet die plaats ook verdedigen.De ruimte die voor het dier wordt zijn mand bijvoorbeeld) moet natuurlijk wel gerespecteerd worden.
- Iedereen trekt aan dezelfde koord:
Het is van cruciaal belang dat iedereen – de ouders zowel als de kinderen coherent handelen en dezelfde lijn volgen, dat stelt een hond gerust. Als niet iedereen op dezelfde manier met het dier omgaat, zal het verward
geraken. Je viervoeter begrijpt niet dat hij bij persoon x wel mag doen wat hij bij persoon y absoluut niet mag
doen, of dat de ene persoon hem troost (door hem te strelen) terwijl een andere persoon hem afsnauwt.
Het is zeer belangrijk ook om in aanwezigheid van je hond niet te gaan discussiëren over de houding die
tegenover hem moet worden aangenomen want hij kan die spanning aanvoelen.
- Verbieden achteraf heeft geen zin:. Het dier moet een bevel of verbod krijgen op het moment dat hij een fout
begaat. Het heeft geen zin om dat achteraf te doen. En het heeft ook geen zin om te roepen, een overtuigende
toon volstaat. Als de hond daarna een onderdanige houding aanneemt, mag je hem belonen.
- Spelen is leuk maar het moet een spel blijven: Een hond vindt het leuk om te spelen, hij voelt zich zeer
nuttig ook tijdens een spel. Maar pas op voor vechtpartijen, te veel opwinding, zijn springreflex (waarbij je hond
op je springt), of wanneer de hond de neiging heeft om je zacht te bijten. Het dier zou zich kunnen gaan
inbeelden dat erom gaat vast te stellen wie de dominante positie mag innemen, wat absoluut niet de bedoeling
is.
- Strelen is een beloning: Een hond mag niet gestreeld worden wanneer hij erom vraagt. Hij moet het verdiend
hebben. De voldoening van het dier zal er alleen maar groter bij worden en jouw leiderspositie wordt daardoor
ook nog eens benadrukt en verstevigd.
Deze houding tegenover je hond zal de affectieve band met je viervoeter niet beschadigen, integendeel.
Je hond zal veel meer vertrouwen hebben, meer openbloeien en het dier zal evenwichtiger zijn, wat zich zal
vertalen in een harmonieuzere verhouding met zijn entourage.
De loyauteit en de vriendschapsband zal er alleen maar beter op worden:
Ziektes bij honden:
Voor de gemakkelijkheid maken we een onderscheid tussen hondenziektes voor puppies en oudere honden. Maar eigenlijk kan iedere hond deze ziektes of ongemakken krijgen. Als je twijfelt of je hond aan een van de ziektes lijdt, ga je best naar een dierenarts.
Veel voorkomende ziektes bij pups.Net zoals bij oudere honden, zijn er ook een paar specifieke gezondheidsproblemen die vooral bij puppy’s voorkomen. We lichten ze even toe.
Braken en diarree: Wormen of een plotse verandering in het dieet van je pup zouden tot braken en diarree kunnen leiden. Voer alle voedselveranderingen geleidelijk aan door zodat het delicate spijsverteringssysteem van je pup de tijd krijgt eraan te wennen. Ontwormt hem regelmatig. Vermijd melk. Als je puppy moet braken en diarree heeft, roep dan meteen de hulp in van je dierenarts.
Voorwerpen inslikken: Als je pup ouder wordt, zal hij de neiging krijgen te kauwen op alles wat in zijn gezichtsveld komt. Geef hem zijn eigen kauwspeeltjes en laat niets rondslingeren. Veel pups vinden het zelfs leuk in hun baasjes handtas , de vuilnisbak of het speelgoed van de kinderen te rommelen. Wees dus en het zelfs leuk in hun baasjes handtas , de vuilnisbak of het speelgoed van de kinderen te rommelen. Wees dus aandachtig. De pup zou wel eens een giftige stof kunnen binnenspelen. Het voorwerp zou ook zijn ademhaling kunnen blokkeren. Als je het vermoeden hebt dat je pup iets ingeslikt heeft, ga dan naar de dierenarts.
Gebroken beenderen: De beenderen van een pup zijn erg breekbaar. Botbreuken komen dus erg vaak voor. Dat kan gebeuren wanneer er iemand op de pup trapt, als hij van de zetel valt, enz. Als je pup mankt, ga dan naar de dierenarts. De breuk zal vanzelf ook snel genezen, maar moet correct gespalkt worden om te voorkomen dat de botten terug aaneen groeien.
Autoziekte: De autoziekte komt erg vaak voor bij jonge puppy’s. Geef je pup geen voedsel voor je vertrekt en rijd eerst een blokje rond. Als je pup gewend is aan de beweging van je auto, is hij meestal wel klaar voor een langere rit
De ziekte van Carré: De meest voorkomende hondenziektes Hondenziekte (“de ziekte van Carré”)Hondenziekte is de schrik van iedereen met een jong hondje in huis, maar ook volwassen dieren kunnen de ziekte krijgen. De ziekte wordt veroorzaakt door een virus en is zeer besmettelijk. Hondenziekte komt over heel de wereld voor, ook hier in Nederland en België. De eerste symptomen zijn soms heel onschuldig, een loopneus en wat hoesten. Het komt ook voor dat het hondje acuut erg ziek is. De ziekte wordt overgebracht door een virus, dat ontstekingen veroorzaakt. Ontstekingen in de darmen, maar ook hersenvlies— ontsteking. Meer dan 50 procent van de zieke honden overleeft het niet. Honden die het wel halen lopen een grote kans op blijvend zenuwletsel. Meer uitleg in “De Ziekte van Carre of Distemper“
Parvo of kattenziekte: Parvo is een uiterst besmettelijke ziekte veroorzaakt door een virus. Een hond met parvo overleeft het vaak niet. Het virus verspreidt zich via de uitwerpselen van een zieke hond. Gezonde honden die aan zo’ n ‘markering” snuffelen, zijn prompt besmet. Het virus dringt door tot in de darmen, waar het ernstige ontstekingen veroorzaakt. De hond krijgt al snel een wee rui kende, bloederige diarree. Het dier voelt zich doodziek en gaat soms bloed overgeven. Jonge hondjes die met het parvo—virus in aanraking zijn gekomen, vallen soms plotseling dood neer. Bij onderzoek blijkt dan meestal dat het virus ook is doorgedrongen tot in het hart, waar het een hartstilstand heeft veroorzaakt. Meer uitleg in “Het Parvovirus”
Ziekte van Weil: De ziekte van Weil wordt overgebracht door bacteriën, meestal afkomstig uit de urine van andere honden en van ratten, Ook andere dieren en ook de mens kan de ziekte van Weil oplopen. De ziekte komt nog steeds voor. In de plaatselijke media wordt in dat geval gewaarschuwd voor verontreinigde plassen, vijvers, sloten en grachten. Maar de eerste slachtoffers zijn dan al gevallen. Een hond die in besmet water zwemt, of die van besmet water drinkt, krijgt via de slijmvliezen en door de huid de bacterie naar binnen. In het lichaam nestelt de bacterie zich in de lever en de nieren. De hond krijgt hoge koorts, plast donkergele urine en de slijmvliezen worden geel. Meer info in “Het sluipende gevaar van Leptospirose, de rattenziekte of de ziekte van Weil”
Hepatitis: Hepatitis is een besmettelijke leverziekte. De wetenschappelijke naam is Hepatitis contagiosa canis (Hcc). De veroorzaker is het Adeno-virus type 1. Het virus wordt verspreid via de urine van geïnfecteerde honden. Wanneer een zieke hond in het park een paar maal zijn poot heeft opgetild, lopen de honden die na hem komen een grote kans ook besmet te raken.
De symptomen variëren van lichte koorts tot een zeer ernstige ontsteking van de lever. Mits in een vroeg stadium behandeld, is genezing mogelijk. Echter, wanneer de lever is ontstoken loopt de koorts hoog op, het dier eet niet meer en zal vrijwel altijd dood gaan. Bij jonge honden kan hepatitis een zeer plotselinge dood veroorzaken. Hepatitis is niet altijd even makkelijk te constateren. De symptomen ijken namelijk sterk op die van hondenziekte. Meer uitleg in “Hepatitis bij je hond, beter voorkomen dan genezen”
Kennelhoest: Kennelhoest is een uit de hand gelopen “hondenverkoudheid”, die wordt veroorzaakt door een aantal factoren. De ziekte breekt vaak uit in kennels waar honden elkaar de hele dag staan aan te blaffen. Vandaar ook de naam “kennel hoest”. Er is een grote kans op complicaties, soms met blijvende gevolgen. Door hoesten en niezen ontstaan kleine wondjes in mond—, keel—, en neusholten. Daar kunnen gemakkelijk bacteriën in komen. De ziekte wordt dan veel moeilijker te genezen.
Hondsdolheid: Hondsdolheid ofwel rabiës is de meest gevreesde hondenziekte ter wereld. De ziekte is een gesel voor mens en dier. Gelukkig behoort hondsdolheid in Nederland bijna tot het verleden. Het gevaar loert over de grens — een hondsdolle vos in België of Duitsland - en is nooit helemaal geweken.
Hondsdolheid eindigt altijd met de dood. De oorzaak is een virus in het speeksel, dat wordt overbracht hij de beet van een geïnfecteerd dier. De laatste fase van de ziekte is een verschrikking. De hersenen zijn aangetast. Het ene ogenblik kruipt het zieke dier angstig in een hoekje. Het andere ogenblik reageert het verwilderd en wordt fel agressief Dan bijt het in alles wat het maar binnen zijn bereik krijgt. Meer info in “Hondsdolheid”
Oormijt: Er zijn verschillende soorten oor mijten. Degene die het meest voorkomt is Otodectes cynotis. Het zijn kleine lichtgrijze spelde knopgrootte 'spinnetjes', die leven van restjes van afgestorven cellen van de huid. Ze leven graag in de oren, omdat het daar lekker warm en donker is. De oor mijt kan echter ook in de nek, op de rug of zelfs helemaal bij de staartbasis gevonden worden.
Deze oor mijt is niet kieskeurig en kan leven op honden, katten, fretten, vossen en heel zelden ook kortstondig op de mens. Bovendien kan de oor mijt enkele maanden overleven in de omgeving van uw huisdier (bijvoorbeeld in de mand).
Al een paar mijten kunnen jeuk in het oor veroorzaken. De jeuk ontstaat doordat het speeksel en de ontlasting van de oor mijt een allergische reactie bij de gastheer veroorzaken. Hierdoor gaan de klieren in het oor meer donkerbruin oorsmeer produceren. Meer info in “Oorontstekingen bij honden”
Dit is slechts een greep uit de verschillende hondenziektes.
Opgelet Wetgeving: Het couperen van de oren bij honden is niet opgenomen in de lijst van dit KB en is dan ook verboden sinds 1 oktober 2001. Het couperen van de staarten is evenmin opgenomen op de lijst van voormeld KB maar bij wijze van uitzondering gaat dit coupeer verbod pas in vanaf 1 januari 2006.
Artikel 19, § 1 van hoger vernoemde wet luidt :
§ 1. Vanaf 1 januari 2000 is het verboden om deel te nemen aan tentoonstellingen, keuringen of wedstrijden met dieren waarbij een bij artikel 17bis verboden ingreep is verricht.
Hieruit volgt dat het verboden is om deel te nemen aan tentoonstellingen, keuringen of wedstrijden met een hond met gecoupeerde oren, ongeacht in welk land de ingreep werd uitgevoerd en ongeacht de nationaliteit van de eigenaar van de hond.
Verder bepaalt art. 19, § 2 van dezelfde wet :
§ 2. Het is verboden een dier dat een bij artikel 17bis verboden ingreep heeft ondergaan tot een tentoonstelling, keuring of wedstrijd toe te laten.
Dit houdt bij voorbeeld ook in dat de organisator van een tentoonstelling of wedstrijd gecoupeerde honden zal moeten weigeren.
§ 3 van hetzelfde wetsartikel stelt :
§ 3. Het verhandelen van dieren waarbij een bij artikel 17bis verboden ingreep is verricht, is verboden.
Dit betekent dat een hond met gecoupeerde staart met ingang van 2006 :
• niet in de handel gebracht mag worden;
• niet te koop mag aangeboden worden;
• niet in het bezit gehouden, verworven en tentoongesteld mag worden met het oog op verkoop;
• niet geruild of verkocht mag worden;
• niet ten kosteloze of bezwarende titel mag afgestaan worden.
§ 4 van hetzelfde artikel tenslotte bepaalt de enige uitzondering hierop :
§ 4. De bepalingen van de voorafgaande paragrafen zijn niet van toepassing indien bewijzen kunnen worden voorgelegd dat de ingreep verricht is vóór het van kracht worden van het in artikel 17bis bedoelde verbod.
Tekentijd !! Hoe een teek verwijderen ?
Verdoof de teek niet met alcohol of andere middelen. Daardoor verhoog je het risico op besmetting!
Grijp de teek met een tekentang, een pincet of twee vingers vast bij de kop, zo dicht mogelijk tegen de huid. Trek hem voorzichtig uit de huid, in één rechte beweging. Zorg ervoor dat je zijn lijf niet samen knijpt!
Noteer de datum van de tekenbeet. Eventuele symptomen in geval van besmetting kunnen pas een hele tijd later optreden. Hou de plaats van de tekenbeet de eerste drie weken na verwijdering goed in het oog. Als er een groter wordende ronde vlek ontstaat, contacteer je zo snel mogelijk je huisarts.
Filmpje hieronder
Dodelijke hondenziekte ontdekt !! “Laat jouw hond inenten”
Hondenbaasjes in Nederlands-Limburg zijn bezorgd over een dodelijke hondenziekte die vlak over de Duitse grens is opgedoken bij vossen. Een dierenarts in Echt waarschuwt op Facebook voor de ziekte van Carré, een virusinfectie die bij honden, vossen, wolven en marterachtigen dikwijls dodelijk is. In Niederkrüchten, niet ver van de grens bij Roermond, zijn onlangs vossen gevonden met Carré. Vorig jaar in april dook de ziekte ook op bij wilde dieren in Voeren en Luik.
Bij Duitse vossen in het grensgebied is de ziekte van Carré vastgesteld, een virusinfectie die ook dodelijk is voor honden.
“Het is een zeer besmettelijke ziekte, maar er bestaat een goed vaccin tegen en normaal gezien zijn alle honden in België ingeënt tegen Carré. Dertig jaar geleden kwam de ziekte nog voor, sindsdien heb ik het nooit meer gezien in mijn praktijk. De Duitse grens is niet zo heel ver weg maar ik heb nog niet gehoord van gevallen hier bij ons. Er is dus zeker geen paniek nodig,” verklaart dierenarts van dierenartsenpraktijk Kinroyderveld uit Kinrooi. “Maar het is toch uitkijken met honden uit het Oostblok. Die zijn soms in werkelijkheid jonger dan de verkoper voorspiegelt. Als de pups te jong worden ingeënt, werkt het vaccin niet. Het best worden pups op 12 à 16 weken ingeent en rond de leeftijd van één jaar moeten ze opnieuw een spuitje krijgen.”
Schrik: Honden die de ziekte van Carré oplopen, hebben koorts en een loopneus, ze gaan hoesten en krijgen een longontsteking. Er komen maag- en darmproblemen bij en het zenuwstelsel wordt aangetast. Uiteindelijk volgen stuiptrekkingen en verlamming en loopt het heel vaak fataal af. De ziekte wordt overgebracht via hoesten, niezen, direct en indirect contact: een niet-gevaccineerde hond die bijvoorbeeld met een tak speelt waar een besmette vos op heeft geniesd, kan de ziekte van Carré krijgen. Het virus is ook aanwezig in ontlasting en urine en dieren kunnen tot vier maanden na besmetting het virus nog uitscheiden.“De ziekte dook vorig jaar ook op in de provincie Luik. Tegenwoordig hebben mensen meer schrik om hun hond te laten vaccineren. " Laat dit opnieuw een goeie reden zijn om je dieren toch te laten inenten” luidt de aanbeveling van een dierenarts !
Levensgevaarlijke bacteriën tieren welig in drinkbakjes van honden:
De drinkbakken van honden zijn een echte kweekvijver voor gevaarlijke bacteriën die een bedreiging kunnen vormen voor de gezondheid van mens en dier, zo blijkt uit een nieuwe studie. In bakjes die algemeen in de handel verkrijgbaar zijn, werden onder andere de potentieel dodelijke bacteriën E. colli, salmonella en MRSA aangetroffen. Roestvrij stalen drinkbakken scoren het beste, in plastic bakken zitten de meeste bacteriën en in aardewerk drinkbakken de meest schadelijke soorten.
De potentieel dodelijke bacteriën als de "uitwerpselenbacterie" E. colli, salmonella en MRSA - de aan een groot aantal antibiotica resistente gouden stafilokok -, kunnen allemaal overgaan van de hond naar de eigenaar, en een team van de Hartpury University in het VK wilde dan ook nagaan in hoeverre de groei van bacteriën en de gevonden soorten beïnvloed werden door het materiaal van de drinkbakjes, en door hoe vaak het bakje gereinigd werd.
"Het toenemend nauw contact tussen mensen en hun huisdieren leidt tot bezorgdheid over de bacteriële overdracht van zoönosen - besmettelijke ziekten die over kunnen gaan tussen dieren en mensen", zo zei docent dierkunde Aisling Caroll van Hartpury in een persmededeling van de universiteit.
"De drinkbak van de hond werd eerder al geïdentificeerd als het op twee na meest besmette item in een huishouden, wat doet vermoeden dat drinkbakjes in staat zijn ziekten door te geven", zo zei ze.
Roestvrij staal en vaak reinigen
Uit het onderzoek van Caroll en de afgestudeerde student bioveterinaire wetenschappen Coralie Wright bleek dat in plastic drinkbakken na verloop van tijd het hoogste aantal bacteriën zat. De schadelijkste soorten, onder meer E. colli en MRSA, werden dan weer het meest gevonden in aardenwerken drinkbakken. Roestvrij stalen drinkbakken scoorden het beste, zo bleek.
Weinig verwonderlijk was de conclusie dat er een duidelijke toename van het aantal bacteriën was naarmate hetzelfde water langer gebruikt werd. Geregeld verversen en schoonmaken blijkt dus de boodschap.
Volgens Caroll is er nog meer onderzoek nodig om vast te stellen wat de beste materialen zouden zijn, en hoe en hoe vaak de drinkbakken het best schoongemaakt worden, maar blijkt wel duidelijk uit haar studie dat drinkbakken van honden een risico op ziekten inhouden, zowel voor mens als voor dier.
Op reis met je hond?
Olé congé… en je hond, die gaat deze keer lekker mee. Maar, ben je wel voorbereid op een reis met je viervoeter? Hondenwetenschapper Joke Monteny geeft je enkele nuttige tips om je reis zo vlekkeloos - en dat bedoelen we in zekere zin ook letterlijk – mogelijk te laten verlopen.
Voor je vertrekt…
1. Pas je reis aan
Misschien kijk jij erg uit naar die citytrip, maar bedenk dat je hond heel anders naar de wereld kijkt. Hij verlangt meer naar natuur en wandelen dan naar musea en drukte. Bestemmingen met extreem warme of koude temperaturen zijn ook geen goed idee. En voor wie met het vliegtuig reist, raden dierenorganisaties aan om een vlucht met je hond te beperken tot 8 à 9u. Weet ook dat elke luchtvaartmaatschappij andere regels en tarieven hanteert. Informeer je goed!
2. Naar de dierenarts
Zorg dat je hond in orde is met zijn vaccins én dat hij beschermd is tegen parasieten. Wacht niet te lang met je bezoek aan de dierenarts, sommige inentingen moet hij al enkele weken voor vertrek gekregen hebben. Een grondige check-up kan bovendien aantonen of je hond vlieg/reisfit is. Informeer je ook naar middeltjes tegen wagenziekte en check voor je vertrekt waar je in de buurt van je vakantiebestemming een dierenarts kan vinden.
- Uw hond moet gechipt zijn. Naast een chip is een hondenpenning aan te raden, omdat deze direct leesbaar is voor iedereen.
- Ze moeten een EU dierenpaspoort hebben
- En minstens 21 dagen voor vertrek gevaccineerd worden tegen rabiës (hondsdolheid).
Better safe than sorry.
3. Wen-moment
Reist je hond in een reisbench of reistas? Neem de tijd om hem hieraan te laten wennen. Hetzelfde geldt voor het gebruik van een gordel in de auto.
Inpakken & wegwezen…
4. Pak zijn valies!
Dit moet mee:
• Paspoort (verplicht!)
• Gezondheidsboekje
• Voeding en snacks
• EHBO-kit (met o.a. een tekentang)
• Speeltjes
• Een extra leiband, harnasje
• Poepzakjes
• Een koelmat
• Water (op tijd verversen!)
6. Denk aan comfort & veiligheid
Ga je met de auto op reis en vervoer je de hond in de koffer? Zorg dan dat er geen valiezen tegen of op hem kunnen vallen én dat hij jou niet kan storen tijdens het rijden. Bedenk ook dat honden niet goed tegen warmte kunnen (dit geldt zeker voor rassen met een korte snuit) en pas dus de temperatuur in je auto aan. Stop onderweg voldoende, zodat hij zijn poten kan strekken, maar bedenk wel dat hij de omgeving niet kent.
Reis je met het vliegtuig? Laat je hond zo kort mogelijk voor vertrek uit , zodat hij voldoende energie is kwijtgeraakt. Heb je een overstap? Ga dan even wandelen met de hond, de meeste vliegvelden hebben namelijk een pet relief area.
Eénmaal aangekomen…
7. Blijf bij hem
Een nieuwe omgeving kan beangstigend zijn voor je hond. Laat hem die eerste dagen niet te lang alleen. En kies een gezellig slaapplekje voor hem uit.
8. Een nieuw medaillon
Noteer op een nieuw medaillon het adres en telefoonnummer van je verblijfplaats. Als je hond verloren loopt, dan kunnen zijn vinders jou snel lokaliseren.
9. Trek er samen op uit!
Quality time! Trek er samen op uit, wandel, sport en verken de buurt. Dwing hem niet tot dingen die hij niet leuk vindt. De ene hond is de andere niet. Zo zijn sommige honden waterratten, terwijl andere honden een plons maar niets vinden. Houd rekening met wat hij wil. Het is immers ook voor hem vakantie!
Op reis gaan, het kan best beangstigend zijn voor je hond. Dan kan zijn vertrouwde voeding en een lekkere snack helpen.
Waarschuwing voor iedereen met een hond!
Ik heb de eerste gras aren( mouwkruipers) al gespot! Over een aantal weken zie je er een explosie van! Deze gras aartjes zitten eerst als een kluwen bij elkaar en als ze verdrogen valt dit plantje " uit elkaar". Deze kleine gras aartjes kleven vast aan de vacht van je hond als deze er doorheen loopt! Er zitten weerhaakjes aan waardoor dit plantje maar één kant uit kan, namelijk de huid in van je hond! Dit kan hele gemene fistels veroorzaken. De gras aar kan heel wat schade aanrichten. Ze kunnen zelfs in een oog en een oor terecht komen, met alle gevolgen van dien. Heeft je hond een verdikking op zijn poot of teen, klappert je hond overdreven met zijn kop en zie je dat je hond knijpt met een oog, twijfel niet en ga naar je dierenarts! Zo kan de schade beperkt blijven voor je lieve viervoeter.
Een mergpijpje !!!! als versnapering maar soms met grote gevolgen.
Een hond apporteert een stok met zware gevolgen !!
bezint voor dat gij een stok weggooit voor de hond.